Twentevisie Jaargang 17, 2005

‘De grootste UT-prof Bert Bruggink jongste CFO in Nederlands bankwezen

De grootste verandering is de stilte’

Bert Bruggink, CFO van de Rabobank: “Bij de Rabobank bepaalt een klein comité de hoogte van de rente en in dat comité heb ik zitting.”
Op zijn 41ste werd hij Chief Financial Officer van de grootste werkgever, na de overheid, van Nederland: de Rabobank, met 60.000 werknemers en een balanstotaal van 475 miljard euro (en een winst van 1,5 miljard). Zijn eerste salaris van de bank achttien jaar geleden was bruto 3.196 gulden. Hij doet het er waarschijnlijk niet meer voor, maar verder is Bert Bruggink (“lid van de Achterhoekse protestantse tak”), woonachtig in Zwolle en werkzaam in Utrecht en als deeltijdhoogleraar in Twente, wars van status en prestige. “Mensen, ook van de Rabo, doen na mijn benoeming anders tegen mij. Dat bevreemdt me. De stilte van deze bestuursvleugel is de grootste verandering in mijn leven.”

De CFO van een bedrijf is plat gezegd ‘chef boekhouding’. “Met die omschrijving zit je aardig in de buurt. Het belangrijkste van mijn werk is inderdaad het geld, de cijfers, de financiële administratie, met de controle en het risicomanagement, de ‘treasury’. En als je dat allemaal bij elkaar voegt en je doet er een strik om heen, dan heet dat CFO.” Na zijn studie kwam Bruggink min of meer bij toeval bij de Rabobank terecht. Hij schreef een proefschrift, de bank herkende zijn talenten en hij kreeg een arbeidscontract aangeboden.

Museumsfeer

Achttien jaar later zit hij nog steeds in dat glazen huis in Utrecht, alleen nu in de bestuursvleugel waar je overigens zonder veel moeite en pasjes naar binnen kunt lopen. Er lijkt een onzichtbare drempel tussen zijn afdeling (waar als gevolg van de vele kunst aan de muur een soort museumsfeer heerst) en de rest van het bedrijf. “De Raad van Bestuur is blijkbaar toch iets verhevens, waar je niet zo maar naar binnen loopt zonder afspraak.” Om te praten over werk, desnoods over het voetbal van afgelopen weekend. “Voorheen zat ik een paar etages hoger, daar was altijd wat te doen.” Het verhaal van Mozes en de berg. “Als ik achter mijn bureau zou blijven zitten en wachten tot alles mij aangereikt wordt, dan weet ik na verloop van tijd helemaal niets meer. Een goede controller of een goede CFO moet het niet zozeer hebben van de cijfers die uit de boekhouding komen, dat is oude informatie. Het is een kwestie om de afstand zo klein mogelijk te houden en de enige mogelijkheid is door in het bedrijf rond te gaan. Door bijvoorbeeld in de kantine te gaan eten en veel met de trein te reizen om te vermijden dat je ’s ochtends in de auto met chauffeur wordt geladen, via een aparte lift naar de speciale afdeling wordt gebracht en aan het einde van de dag diezelfde beweging terug maakt.”

Beest

Hij is de jongste bestuurder van de Rabobank maar met zijn achttien jaar werkervaring (uitsluitend bij de Rabo) heeft hij bijkans meer dienstjaren dan de overige vijf leden bij elkaar. “Ik mis de referenties van andere werkgevers, maar ik denk dat ik vrij goed in de gaten heb wat daar gebeurt. Aan de andere kant heeft het ook voordelen als je de eigen organisatie door en door kent.” Voordat hij CFO werd, was hij controller. Hij moet toch links en rechts in zijn carrière wel wat vijanden hebben gemaakt. “O, zeker. Ik zeg altijd: een goede controller is een beest van een vent. Een beest ook in negatieve zin. Je moet lef hebben om ook tegen de voorzitter van de Raad van Bestuur te zeggen ‘ik ben het niet met je eens’ of ‘je maakt een fout’. Dat wordt niet altijd op prijs gesteld.”

‘Vermijden dat je ’s ochtends in de auto met chauffeur wordt geladen, via een aparte lift naar de speciale afdeling wordt gebracht en aan het einde van de dag diezelfde beweging terug maakt’

Treasury

CFO van een bedrijf van 60.000 mensen is als de stuurman van een olietanker, stellen we ons voor. Toch meent Bruggink dat zijn handelen direct invloed heeft op het bedrijf. “Een deel van mijn werk is treasury. We hebben 475 miljard euro aan uitstaande leningen. Daarvan wordt slechts 100 miljard gefinancierd via het spaargeld. Dat was 20 jaar geleden wel anders, maar het betekent dus dat we anno 2005 zo’n 375 miljard van elders moeten halen.” Via grote mondiale beleggers. En dan is het handig om als enige bank ter wereld een ‘triple A-status’ te hebben wat inhoudt dat de kans vrijwel 100% is dat je je centjes die je aan de bank toevertrouwt ook weer terug krijgt. “Ik moet regelmatig een verhaal houden waarin ik nog maar eens vertel hoe geweldig de Rabobank is en waarom het zo buitengewoon verstandig is om hun overschot aan liquiditeit in de Rabobank te steken en dat bij voorkeur ook nog tegen een zo gering mogelijke prijs.” Het verhaal doet een beetje denken aan die zeurcommercial over die Rabo-manager die naar een Afrikaans land gaat en daar de Rabo ophemelt.

Rente

Heel veel Nederlanders hebben (onbewust) te maken met Bruggink. De Rabo is namelijk verreweg de grootste hypotheekverstrekker van Nederland. Een kwartprocentje hogere of lagere rente kan heel veel verschil uitmaken. “Bij de Rabobank bepaalt een klein comité de hoogte van de rente en in dat comité heb ik zitting. “De autonome structuur van lokale banken bepaalt volgens de Rabobank het succes. “Een kantoordirecteur van de ABN AMRO of ING loopt aan de leiband van regeltjes. Voor de Rabodirecteur bestaat een grote mate van vrijheid.” En die directeuren (nog zo’n 280, het waren er ooit meer dan 1.400, het moeten er maximaal circa 175 worden) verdienden voor de Rabo het leeuwendeel van die 1,5 miljard winst, zegt Bruggink. Terwijl analisten juist menen dat dochters als Schretlen, Robeco en Interpolis de ‘moneymakers’ zijn. “We hebben een heel pallet aan ondernemingen die tot de Rabobank-groep behoren. Een hypotheek gaat gepaard met een verzekeringsproduct, vaak ook met beleggingen.” Zonde om die premies aan een ander te gunnen, dus hebben alle banken een verzekeraar overgenomen, zijn gefuseerd of hebben een verzekeringspoot opgezet.

‘Mensen, ook van de Rabo, doen na mijn benoeming anders tegen mij, dat bevreemdt me’

Universiteit

Bij de Universiteit Twente is Bruggink al die tijd blijven werken als deeltijdhoogleraar. “In een nul-urencontract, het is een hobby. Ik vind het hartstikke leuk om bij tijd en wijle voor een zaal te staan en ik vind het nog leuker om een aantal studenten die afstuderen of promoveren te begeleiden.” Toen Bruggink benoemd werd tot CFO bij de Rabo vroeg hij of hij zijn nevenactiviteit moest stoppen. ‘Alsjeblieft niet’, kreeg hij te horen. Het kost tijd en geld (reiskosten, nu wel met de dienstauto) maar “het is de ideale gelegenheid om goede mensen uit de schoolbanken te pikken.” Inmiddels heeft hij al tientallen studenten gescout voor ‘zijn’ bank. “Het leuke van de Rabo is dat het een vrij platte organisatie is. Een student die bij ons in dienst treedt, zit binnen een halfjaar met iemand van de Raad van Bestuur aan tafel. Bij de ABN AMRO werkt dat heel anders. Daar gaan jaren overheen.”

Wielerploeg

“Van alle benoemingen die ik in mijn leven heb meegemaakt, was ik het gelukkigst met de benoeming tot lid van de Raad van Commissarissen van de wielerploeg.” Het komt uit de grond van zijn hart. Bruggink is niet zomaar een bobo. Hij weet iets van wielrennen. Vertelt over de inmiddels bijgelegde ruzie tussen Boogerd en Dekker. Over de laatste koers waar twee Rabo-renners mee vooruit zaten onder wie Hengeloër Postuma. De sponsoring (naar schatting 9 miljoen plus zo’n 3 miljoen van lokale banken) is ‘per ongeluk’ een schot in de roos, vindt Bruggink. “Het was een sprong in het duister die heel goed heeft uitgepakt.” Bruggink bemoeit zich actief met het aantrekken van nieuwe renners. Diplomatiek: “Daar mag ik iets van vinden, ja.” Rabo wil niets liever dan het winnen van de tour. Dat lukte niet met Levi Leipheimer van wie afscheid is genomen. “Dat vond ik wel een goed plan.” Bruggink gaat regelmatig mee met de wedstrijden. “Je ziet niet zo bar veel van de wedstrijd. Ik moest twee jaar geleden bij de Ronde van Vlaanderen zelfs navragen wie er nou precies gewonnen had. Ik vind het wel een fantastische ervaring om achter een peloton te zitten en al die mensen geleidelijk te zien wegwaaieren. Ook het publiek langs de kant bij al die klassiekers vind ik prachtig.” En dan neemt die volksbank die Rabo is die enorme salarissen maar voor lief? “Goede renners worden duur betaald, dat is een feit. Toevallig heb ik net van de week de stukken van de Raad van Commissarissen voor de eerstvolgende vergadering bestudeerd. Toen zag ik voor het eerst de complete salarislijst. De rennersalarissen zijn gemiddeld niet zo bar hoog, zeker niet voor een knecht. Ik zou werkelijk niet voor zo’n salaris..,” maakt hij zijn zin niet af.

‘Ik was het gelukkigst met de benoeming tot lid van de Raad van Commissarissen van de wielerploeg’

Grootste

Na achttien jaar de absolute top bereikt. De functie van voorzitter zegt Bruggink niet te ambiëren. De ABN AMRO wil in de top 10 van de grootste banken ter wereld. “Wij hebben zeker niet de ambitie die Rijkman Groenink (CEO ABN AMRO) heeft; wij hanteren bij voorkeur ambities die wij wel kunnen waarmaken. Wij willen de grootste bank van Nederland zijn. Op de meeste terreinen zijn we dat al, zoals de spaarmarkt, de hypotheekmarkt, in het MKB, in de agrarische sector.” In het grootbedrijf heerst de ABN AMRO. En Interpolis doet het goed, maar is niet de nummer 1. “Er liggen concrete plannen hoe we op die terreinen ook tot de grootste bank kunnen uitgroeien. We willen de nummer 1-positie verwerven als financiële dienstverlener.”

‘Ik heb als hoogleraar al tientallen studenten gescout voor de Rabobank’

Vorige bijdrage

Nummer 10

Volgende bijdrage

‘Van handel krijg ik een kick, het hadden ook condooms kunnen zijn’

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *