Twentevisie Jaargang 17, 2005

OESO wil invloed UT en Hogescholen op Regio Twente meten

Hoe goed is Twente?

Bedrijven als Siemens en LogicaCMG kwamen naar Twente vanwege de aanwezigheid van de universiteit. Maar ze gaan net zo gemakkelijk weer weg. Politici en ondernemers hechten veel waarde aan hoog onderwijs in Twente. Toch blijkt uit de cijfers niet dat in Twente het bedrijfsleven een hogere omzet boekt, meer exporteert of dat de werkgelegenheid dankzij de uitmuntende opleidingscentra hoger is dan in minder goed onderwijsgeoutilleerde regio’s. Wat de Nederlandse of regionale overheid nooit deed, doet nu de OESO, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. Die laat een (wereldwijd) onderzoek doen naar de invloed van hoger en wetenschappelijk onderwijs op een regio. De uitkomst wordt op zijn vroegst aan het einde van dit jaar verwacht. “We gaan niet iets nieuws uitvinden, we gaan de nulsituatie vastleggen.”

Als Nederlandse projectleider is aangesteld Irene Sijgers, die als vaste projectleider bij Saxion Hogescholen in het verleden veel nationale en internationale projecten heeft uitgevoerd voor Saxion. Om te weten wat de invloed van het onderwijs op een regio is, moet ontzettend veel cijfermateriaal verzameld worden. “Het project is op 1 januari gestart en we zijn nu nog bezig met het inventariseren van de vraagstelling van de OESO en waar we die informatie kunnen vinden.” De vraagstelling in het onderzoek is cruciaal omdat het onderzoek in alle regio’s die meedoen moet leiden tot een vergelijk, conclusies en adviezen. “We moeten eerst de regio Twente exact beschrijven. Twente is natuurlijk een totaal andere regio dan regio’s in Australië of Korea. Met een andere infrastructuur.” Hoeveel bedrijven zitten er in die regio, hoeveel mensen werken daar? Maar het gaat veel verder natuurlijk. Hoeveel studenten hebben ooit gestudeerd aan een van de hogere onderwijsinstellingen? Kwamen ze uit de regio of van daarbuiten en waar zijn ze gebleven?

Onderwijsimpact

“ Het gaat dus om de ‘spin-off’. We vergelijken de situatie ook met die van tien jaar geleden. De andere kant van het verhaal is natuurlijk ook: waar zijn wij in Twente nou eigenlijk goed in? Ik heb in de contacten met de OESO gemerkt dat ze daar een heel positief beeld hebben van Twente. De UT heeft daar natuurlijk aan bijgedragen, die heeft al vaker contacten gehad met de OESO, maar daarnaast de bijdrage aan de ontwikkeling van het bedrijfsleven.” Het is razend interessant om te weten hoe Twente presteert in vergelijking met die andere regio’s, maar zou je eigenlijk ook niet moeten vergelijken met regio’s zonder zo’n dicht net van hooggekwalificeerde onderwijsinstellingen? “Ik denk dat Twente juist een goed voorbeeld is omdat in deze regio pas in 1961 de universiteit gevestigd werd en er waren weinig hbo-instellingen. De regio heeft zich van 1961 tot 2005 gigantisch ontwikkeld. We proberen die impact cijfermatig te onderbouwen.”

Stuurgroep

Het is een eerlijk onderzoek, maar ook een politiek gevalletje. Want de Stuurgroep moet ervoor zorgen dat het rapport wordt gedragen door alle ‘stake-holders’. “Stel dat wij concluderen dat we als regio heel sterk zijn in de maakindustrie, dan moeten wij het daar wel met elkaar over eens zijn. Want het rapport is van Twente, dus de kunst is dat als je die hoofdlijnen en die best-practises op papier hebt staan om met deze mensen erover eens te zijn dat dat inderdaad een goed beeld is van Twente.” Dat wordt nog een hele klus, de eigen serieuze cijfers goed interpreteren. “Ik vind het wel lastig om te zeggen, maar iedereen die ik spreek, zegt dat we in Twente zo goed zijn georganiseerd, maar dat er veel dingen mis gaan, omdat we op een ander niveau dat nog niet voor elkaar krijgen.” De OESO heeft de opdracht gegeven, maar voor Twente kan het zeer leerzaam zijn.

Alle hoger-onderwijsinstellingen (Universiteit Twente, Saxion Hogeschool, Edith Stein, de AKI en ITC) zijn bij het project betrokken en dat is uniek. Het project heet officieel ‘Supporting the Contribution of Higher Education Institutions to Regional Development’. Het onderzoek wordt op dezelfde wijze uitgevoerd in dertien regio’s (in Mexico, Korea, Australië, Spanje, Ierland, Engeland, Noorwegen, Zweden, Finland, Denemarken en in Nederland in Twente). Er is (natuurlijk) een stuurgroep die het onderzoek begeleidt en die bestaat uit Geert de Raad (IKT), Wilma van Ingen (Kamer van Koophandel), Erik Helder (wethouder Enschede), Willem te Beest (UT), Henk Mulders (Edith Stein), Richard Slotman (HBO-Raad) en voorzitter Wim Boomkamp (Saxion). Irene Sijgers van Saxion Hogescholen die als Nederlands projectleider voor de OESO Twente exact in beeld gaat brengen.

Vorige bijdrage

‘Van handel krijg ik een kick, het hadden ook condooms kunnen zijn’

Volgende bijdrage

Arke verhuurt twee etages in Enschede

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *