Twentevisie Jaargang 11, 1999

Cees Anker, scheidend voorzitter heeft FC Twente veranderd:

Van een saaie in een bruisende club

In de epiloog van het gesprek zegt Cees Anker: “Ik had, als zoon van een vrachtwagenchauffeur in een gezin dat elk dubbeltje moest omdraaien, nooit verwacht dat ik het nog tot voorzitter van een club als FC Twente zou schoppen.” Edoch: fictie werd werkelijkheid. En Cees Anker uit Gouda stond ruim vijf jaar aan het hoofd van de ’toko’ FC Twente. In een openhartig, met pils, champagne en lachsalvo’s gelardeerd gesprek, praat de scheidend voorzitter over de evolutie die de Enschedese eredivisionist onder zijn leiding heeft doorgemaakt. “FC Twente is van een wat saaie in een bruisende club veranderd.”

Cees Anker begroet zijn gasten met een glimlach die gulheid verraadt. Het gaat zichtbaar crescendo met de 47-jarige exwedstrijdzwemmer, die zich in dik vijf jaar heeft opgeworpen als het krachtdadige gezicht van FC Twente. “Zijn overtuiging valt af te lezen aan zijn snor,” merkte speler Theo ten Caat al eens op. “De volheid ervan: het straalt kracht en respect uit.” Maar volle snor (type Walrus) of niet: Cees Anker zegt FC Twente vaarwel. Hij handelt voorals nog bij gebrek aan een opvolger tot 15 augustus de meest knellende beleidszaken af, maar per 1 augustus treedt de import-Enschedeër definitief toe tot de eregalerij van ex-voorzitters.

Tegen wil en dank

Zijn afscheid is er eentje tegen wil en dank. Maar zijn functie als algemeen directeur van de gereputeerde vervoersonderneming Connexxion, goed voor 12.000 werknemers, liet hem weinig keus meer. “Het was altijd passen en meten met de beschikbare tijd. Daar moet maar eens verandering in komen. Ik ben jarenlang van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat met mijn dubbelfunctie in de weer geweest. Het was niet langer te doen.” Cees Anker schoof in de zomer van 1993 aan bij het Dagelijks Bestuur van FC Twente en maakte per 1 januari 1994 promotie. Relatief onbekend als hij was met het fenomeen topvoetbal, volgde hij Hans van den Berg op als preses. De erfenis was weinig benijdenswaardig, zo bleek al snel. “Ik trof een club aan die al te lang bezig was met de realisatie van een nieuw stadion en die een saai, en hautain imago had en vrijwel alle geschillen uitvocht voor de rechter. Het leek alsof geen enkele zaak in der minne kon worden geschikt, soms liepen er zelfs twee rechtszaken tegelijk. Met spelers, sponsors, van alles.”

Nieuw elan

Het nieuwe bestuur onder leiding van Anker had de ijkpunten van het beleid snel benoemd: een nieuw stadion en een nieuw elan. Om te beginnen, sleutelde hij aan de gebrekkige financiering van het nieuw te bouwen stadion. “Bij mijn aanstelling bleek dat de financiering niet verantwoord was. Het vorige bestuur was van mening dat ze het stadion volledig zelf konden financieren, aangevuld met de naamgever en de founders. De banden met de gemeente Enschede waren zelfs al afgesneden: FC Twente zou nooit meer een beroep doen op gemeentegelden. ‘Geef ons de grond, de rest doen we zelf’, was het motto.” De nieuwe voorzitter dacht daar anders over. Hij luidde nieuwe onderhandelingsrondes in (“We hebben gedreigd met Hengelo te gaan praten”) en hij sleepte er uiteindelijk nog een financiële bijdrage van acht miljoen uit, alsmede 6,9 miljoen van de provincie Overijssel. “Met dat extra geld konden we een veel fraaier stadion bouwen. Zonder kolommen, onder het dak mét skyboxen en met een veel mooier front. In 1995 zaten we nog middenin de onderhandelingen, op 31 januari 1997 ging de eerste paal de grond in en op 10 mei 1998 werd de eerste wedstrijd in het Arke-stadion gespeeld. Ja, de data weet ik nog uit mijn hoofd.”

Klantvriendelijker

Het imago van FC Twente onderging bovendien een metamorfose. “Er is weer beleving, er is weer passie, ik zie weer jongetjes in shirts van FC Twente lopen. Dat is voor een groot gedeelte toe te schrijven aan het feit dat we klantvriendelijker zijn geworden. Bij Twente hing altijd een beetje de sfeer dat iedereen met kritiek kon oplazeren. ‘Als je het niet bevalt, dan blijf je maar weg’, zoiets. En dat kan natuurlijk niet. De klant moet per definitie goed worden behandeld. Of het nu de hoofdsponsor is of de Vak P-supporter. Ik ben op een zaterdag weleens thuis door een Vak-P’er gebeld, die zijn jaarkaart kwijt was, maar ’s avonds toch naar FC Twente wilde gaan. De 75 gulden die daarvoor staat, had hij niet. Dus ben ik naar het stadion gereden om hem voor 25 gulden een nieuwe jaarkaart te regelen.” Maar FC Twente kan tegenwoordig nog zo’n flonkerende uitstraling hebben, de resultaten blijven vooralsnog achter bij de verwachtingen. Na de derde plek uit de jaargang 1996/1997 volgden een negende en een achtste plaats. Twente-onwaardig. Niet op grond van de begrotingen, wel op basis van status. “In ons ondernemingsplan staat dat we elk jaar moeten meestrijden om Europees voetbal. Maar om dat te realiseren, moet alles wel precies kloppen. De interactie tussen spelers en trainer moet optimaal zijn, de ploeg moet als team opereren. We hebben nu al twee jaar naast Europees voetbal gegrepen, het is duidelijk dat we teleurgesteld zijn. De gehele organisatie is erop gericht om bij de eerste zes te kunnen spelen. Roda JC, Willem II en Heerenveen hebben ook heus niet meer kwaliteit, maar het wil nog wel eens aan de instelling liggen.”

Meyer staat niet open voor de mening van anderen

Krokodillentranen

Het uitblijven van resultaten had onder meer te maken met een aantal verstoorde verhoudingen binnen de club. Hans Meyer is niet ontvankelijk voor de mening van anderen en beweegt zich bij voorkeur nukkig en chagrijnig door de catacomben van het stadion. “Waar mensen onvoldoende communiceren, krijg je problemen,” zegt Anker. “In de perceptie van Meyer is het moeilijk voor te stellen dat de jeugd zoveel aandacht krijgt als bij ons. Meyer wist ook dat Issy ten Donkelaar binnen de club actief zou blijven in zijn oude functie als hoofd opleidingen. Dus als hij daarover naderhand klaagt, dan zijn dat krokodillentranen. Je stapt erin of je stapt er niet in. Ik heb diverse keren geprobeerd in een gezamenlijk gesprek met Meyer en Ten Donkelaar tot betere verhoudingen te komen, maar het is niet gelukt. Meyer staat niet altijd open voor de mening van anderen, terwijl je ook moet kunnen luisteren. Zo worden bedrijven groot.” Naast Meyer en Ten Donkelaar (“Nee, het was geen fout om hem na zijn aftreden binnen de organisatie te handhaven”) werkte Anker tijdens zijn onbezoldigde dienstverband met Rob Baan. De Rob Baan die anno 1999 – als bestuurslid technische zaken bij Feyenoord – in de media nog immer afgeeft op de Twente-voorzitter. “Rob Baan is gefrustreerd,” zegt Anker. “In zijn huidige rol is hij nu perfect op zijn plaats, maar hij is geen toptrainer.

Dat is me met mijn beperkte voetbalverstand wel duidelijk geworden. Nadat we hadden besloten niet met hem door te gaan, hebben we hem een éénjarige aanbieding gedaan in een soortgelijke functie als die hij nu bij Feyenoord bekleedt. Hij wilde niet. Maar ik word niet koud of warm van zijn achteraf-kritiek, als trainer van FC Twente miste hij simpelweg kwaliteit.”

Vonk

De functie die Baan in 1994 zou moeten gaan bekleden, is pas in 1999 écht ingevuld. Theo Vonk is de nieuwe manager voetbalzaken en met die benoeming riep Anker het onheil zo ongeveer over zich af. Niet alleen bij de supporters, maar zeker ook bij Ferry Fransen. De ex-voorzitter, die als lid van het Algemeen Bestuur nog steeds een belangrijke rol speelt, was laaiend omdat hij niet in de beslissing gekend was. “Ik een marionet van Fransen en Hartman? Nee, het is een wijd verbreid misverstand dat ik bij hen aan de leiband zou lopen. Ik ben iemand die graag naar anderen luistert, dat wel. En ik leer ook nog steeds graag, dat ook. Maar we moeten het niet gekker maken dan het is.” Dat Anker soms niet de eenmansactie schuwt, blijkt wel uit de gouden transactie uit 1996 inzake John Bosman. “Het zou eigenlijk niet mogen, maar soms kan ik de neiging niet onderdrukken een persoonlijke actie door te voeren. Bosman is zo’n voorbeeld. Bij FC Twente heerst een mentaliteit van ‘die kunnen we toch nooit halen’, maar met Bosman is me het toch gelukt. Begin dit jaar las ik in het AD dat Jeroen Heubach niet met MMV tot overeenstemming kwam. Zonder met de trainer te overleggen, heb ik Heubach maar eens thuis in Maastricht gebeld. Of hij interesse had. ‘Ja voorzitter’, was het antwoord. Edwin Hilgerink, zelfde verhaal, ook een bliksemactie. Ik bel hem ’s morgens vroeg thuis op, kwart voor acht. ‘Met Edwin’, klinkt het. Ik zeg: ‘Met Anker’. ‘Met wie?’, zegt hij. Ik zeg weer: ‘Met Anker’. Waarop hij zegt: ‘Frankie, sodemieter op, denk je dat je me in de maling kan nemen.’ Hij dacht dat Frank van der Geest belde, de keeper van Heracles die wel vaker van zulke geintjes uithaalt. Toen Hilgerink in de gaten kreeg dat ik het was, zei hij: ‘Sorry voorzitter, spijt me verschrikkelijk.’ Voetbalhumor, leuke dingen.”

‘Rob Baan is gefrustreerd’

Randdebielen

Minder leuk waren de bedreigingen die Anker mocht ontvangen van zich supporters noemende randdebielen. De scheidend voorzitter betrad eerder dit seizoen zelfs onder politiebegeleiding het Arke-stadion. “De houding van sommige supporters is verhard,” zegt hij in zijn algemeenheid, “maar dat is een sociale tendens. Normen vervagen steeds meer, ook in de voetballerij. Sommige personen menen je respectloos te moeten benaderen, maar het is niet zo geweest dat de ruiten zijn ingegooid. Vervelende telefonades wel, ja.” Het is de schaduwzijde van het voorzitterschap in de toplaag van het betaalde voetbal. Anderzijds heeft de functie hem veel aanzien opgeleverd. “Ik had me dat bij mijn aantreden absoluut gerealiseerd, maar je wordt overal bekend. Iedereen spreekt me ook aan met voorzitter, een Youri Mulder bijvoorbeeld. Verder staren mensen naar me en spreken ze me op straat aan. En tsja, je moet wel antwoord geven, ook al heb je daar geen zin in. Het hoort er nu eenmaal bij.” Anker is van mening dat er een gezonde club is neergezet met voldoende perspectief voor een mooie toekomst. “Als je ziet dat we van 6400 toeschouwers gemiddeld naar ruim 12.000 zijn gegaan. En dat de begroting van vijf miljoen naar 19 miljoen volgend jaar is gestegen, zijn dat toch tekenen aan de wand. Twente moet nu de laatste stap zetten op weg naar een volledig geprofessionaliseerde entertainment-onderneming, met als product voetbal. Er zit nog rek in de begroting, want de nieuwe hoofdsponsor (Edon red.) betaalt veel meer dan Amicon en tussen de hoofdsponsor en de skyboxhouders komt een nieuwe sponsorlaag voor deelnemers tussen de 250 en 500.000 gulden, die FC Twente als marketinginstrument gebruiken.” Als lid van het Algemeen Bestuur zal Anker de verrichtingen van FC Twente op de voet blijven volgen. “Het lijkt me heerlijk om eens lekker te mopperen op trainer of spelers. Maar ik zal niet overdrijven. Want dat gebeurt al te veel in de voetballerij. Ik begrijp soms niet hoe zeer intelligente mensen zich eerst laten leiden door de emotie en dan pas door de ratio. Maar dat zal er wel bijhoren.”
Cees Anker ondervraagd door Twentevisie’s Eddy van der Ley en Jan Medendorp. (foto: Eric Brinkhorst)

Vorige bijdrage

Euregio-tennistoernooi wil doorgroeien naar Challenger

Volgende bijdrage

Commentaar: Ethisch ondernemen

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *