Twentevisie Jaargang 12, 2000

Dankzij Steinmeijer heb ik me kunnen ontwikkelen als interieurontwerper

Jan des Bouvries laat Twentse textiel weer leven

Jan des Bouvrie en Geert Steinmeijer maken wonen leuk met hun concept Living-colours. En ze verkopen tegen de klippen op.

Er bestaan twee Geert Steinmeijers. De ene is de enthousiaste ondernemer die vol plezier en enthousiasme vertelt over zijn eigen (en voor 30% van de ABN-AMRO) bedrijf Van Heek-Ten Cate. En we hebben de 45- jarige bestuursvoorzitter Steinmeijer van het beursgenoteerde Van Heek Tweka, een formele man die zijn woorden zorgvuldig uitkiest en vooral geen rare uitspraken doet. Of ja, toch wel, eentje: “Ik stap op in 2002 als het bedrijf dan niet winstgevend is.” En dat is hij ook wel aan zijn stand verplicht, want voor de eerste maal heeft de textielmagnaat zich verslikt in een overname (van Iduna): “Ik sta nog steeds achter de overname, Iduna is een mooi bedrijf, maar ik heb er te veel voor betaald.” Een gesprek over beurzen, ondernemen en Jan des Bouvrie, zijn vriend, zijn ontwerper.

Geert Steinmeijer is een echte Twentenaar. Nuchter, geen fratsen. Hoewel hij multimiljonair is, vliegt hij tot op de dag van vandaag economyclass. Dat is het eerste verdiend, vindt hij. Voor zijn medewerkers en mede-directeuren heeft hij altijd een vriendelijk woord, heeft interesse in hun oordeel, maar als directeuren hun ’targets’ om onduidelijke redenen niet halen, is hij meedogenloos. “We hebben bij Van Heek Tweka het lek boven, we weten waar de problemen zitten, we hebben gesaneerd in Tunesië en in de Benelux. Per saldo zijn er 150 banen verdwenen. En we hebben gesaneerd in het aantal merken. In de lingerie hebben we alleen nog de A-merken Pastunette en Rebelle, in de ondermode Ten Cate en in de badkleding Tweka en Pastunette Beach. Daar komt dan bij MEXX waarmee we een licentieovereenkomst hebben gesloten.” Steinmeijer wil de namen van de merken die hij geschrapt heeft zelf niet noemen, omdat “ik nog voor enkele tonnen aan voorraad heb liggen.” Eén van de merken is in elk geval Underjeans dat hij enige tijd geleden van Frank Rijkaard heeft overgenomen.

Ik heb bereikt dat Nederland weer als designland bekend is

Consequenties trekken

“Dit is de eerste keer dat ik voor Van Heek Tweka een voorziening heb moeten nemen. Maar ik ben ervan overtuigd dat we met deze ingrepen weer succesvol en winstgevend zullen worden. Daar mag je mij in 2002 op afrekenen, want voor mij geldt hetzelfde als voor mijn mede-directeuren. Ik trek mijn conclusies als het niet lukt. Het aandeel staat inderdaad laag, maar ik haal het bedrijf niet van de beurs. Dat zou toch gek zijn, als ik nu beweer dat de toekomst van het bedrijf rooskleurig is.” Overigens bezit Steinmeijer 51% van de aandelen. Geert Steinmeijer is van huis uit bedrijfskundige. Tot 1991 werkte hij in de automatisering bij HCS. In dat jaar nam hij de huishouddivisie van Koninklijke Ten Cate over. Een paar jaar later nam hij het roemruchte Van Heek Scholco over en daarna Wyers, dat hij van de beurs haalde. Deze bedrijven kneedde hij tot drie BV’s onder de holding Van Heek-Ten Cate. Dat anno 2000 draait als een tierelier. De omzet bedraagt 125 miljoen, de nettowinst groeide tot ruim 3,1 miljoen, een recordwinst. Toch is er geen haartje op het hoofd van Steinmeijer dat overweegt Van Heek- Ten Cate ook naar de beurs te brengen…

Jan des Bouvrie

Steinmeijer zetelt in de overblijfselen van zijn roemruchte voorganger Van Heek in Losser. Zijn enthousiasme bij een wandeling door de fabriek werkt aanstekelijk. Hij vertelt over de investeringen in een tiental nieuwe ‘airjets’-weefmachines, over het grootste enzymenzwembad van Nederland in zijn bedrijf waar de kleurstoffen uit het water gevreten worden door bacteriën en over een nieuwe vinding van de afdeling technische textiel waar niet van echt te onderscheiden nepleer is gemaakt. “Voor schoenen, agendaomslagen en andere toepassingen. Het ruikt zelfs naar leer.” En dan de interieurstoffen. “De tuinkussens zijn niet aan te slepen. Dit jaar groeien we in dat segment 50%, volgend jaar opnieuw 50%.” En dat is volgens Steinmeijer voor een deel te danken aan Jan des Bouvrie die hij in 1993 belde nadat hij hem op televisie aan het werk had gezien. Des Bouvrie was toen nog niet de Des Bouvrie die hij nu is met eigen televisieprogramma’s en al. “Ik beschouw Jan des Bouvrie als mijn creatieve commissaris.” Het tweetal is in de afgelopen jaren bevriend geraakt.

Living-colours

Steinmeijer heeft zelf ook een ontwerpstudio die met Jan des Bouvrie samenwerkt. “Ik ben heel tevreden over mijn eigen mensen, laat daar geen misverstand over bestaan, maar ze zijn, hoe zal ik het zeggen, iets behoudender. En Jan des Bouvrie is heel erg vernieuwend. Als je dat samenbrengt, wordt het heel mooi. We hebben samen het concept ‘Living-colours’ ontwikkeld, een label voor tapijt, gordijnen, bedtextiel, tuinkussens, parket en vitrage. ‘Living-colours’ is bij ongeveer 600 winkels (“de betere speciaalzaken”) te koop en er zijn 40 franchisenemers met een ‘shop in shop’-formule. Wij hebben dit jaar voor ongeveer 30 miljoen verkocht aan de detailhandel. Dat betekent globaal een consumentenmarkt van 100 miljoen. En daarmee zijn wij marktleider in het hogere segment.
Ja, ‘Living-colours’ is aanzienlijk duurder dan de andere producten, maar het is mooier en van betere kwaliteit. Een tuinkussen van ons kost 159 gulden. Je hebt al kussens bij Blokker van drie tientjes.” “Ook als de economische welvaart afneemt, zal ‘Living-colours’ blijven bestaan. Het inkomen bepaalt niet meer naar welke winkels de mensen gaan. Ik vergelijk het maar met de Lada, de goedkoopste auto. Zelfs bij de grootste recessie zie je nauwelijks meer Lada’s rijden.”

Bloemetjes

“De eerste ontwerpen van Des Bouvries waren heel extreem, die liggen nog bij mij in de kelder. Onverkoopbaar.” Jan des Bouvrie reageert: “De eerste collecties waren lichte stoffen, als ik die niet gemaakt had, dan waren het nu nog allemaal bloemetjes. Je moet eerst wat neerzetten en dan pas kun je een compromis sluiten.” Jan des Bouvrie is met zijn Gelderlandbanken bekend geworden. “Maar ik had altijd al iets met textiel, ik ontwierp vroeger ook al voor Wyers voordat Steinmeijer had gekocht. Ik heb een goed gevoel voor kleuren, materialen en stoffen. Steinmeijer is economisch, logistiek goed. Daar ben ik niet goed in. Ik heb ook ontworpen voor fabrikanten die dachten met Des Bouvrie even te scoren. Maar die hadden geen goed verkoopapparaat, en dan houdt het op. Je zegt wel steeds dat Geert Steinmeijer dankzij mij zo goed scoort, ik draai het liever om. Ik heb dankzij Steinmeijer de kans gekregen me ook in de interieurstoffen te ontwikkelen. De cultuur in Nederland was vroeger bloemetjes, dan was het al gauw gezellig. Door mijn ontwerpen ziet het er beter uit. Nederland denkt nu anders door mij over goed wonen, men is zich bewust geworden dat huis het veiligste plekje is. Ik heb bereikt dat Nederland weer als designland bekend is, dat waren vroeger toch vooral landen als Scandinavië, Italië. Nu tellen wij in Keulen en Milaan weer mee.”

Arsenaal

Steinmeijer heeft ook ervaringen met andere ontwerpers. “Die laten hun medewerkers de ontwerpen maken en zetten alleen even hun handtekening. Jan werkt zelf mee, wij denken samen na over de trends in de komende jaren. We doen beiden inspanningen, daardoor ontstaat een nieuw concept en dat is beter dan alles wat verder op de markt gebracht wordt,” zegt Steinmeijer beslist. “Je ziet het aan de tuinkussens, de markt groeit niet, maar ons aandeel wel.” Des Bouvrie heeft in Naarden zijn ontwerpstudio ’t Arsenaal. “Ik sta elke ochtend om zes uur op en denk dan veel na. Ik heb een team van twaalf ontwerpers van het Rietveld. Ik leg de basis neer, ik ontwerp alles, van telefoons voor KPN tot televisies. Ik kan alles bedenken, maar als het niet goed is, wordt het niet verkocht.” “Andere textielondernemers zouden ook eens meer aandacht voor ontwerpen moeten hebben. Ze moeten jonge adviseurs erbij betrekken. Hun visie moet veranderen. Meubelfabrikanten doen dat ook. En je ziet dat die fabrieken goed draaien. Zo’n textielfabriek onderneemt te weinig. Het zou juist goed zijn als anderen ook zo gaan werken als wij doen.” Steinmeijer heeft overwogen ’t Arsenaal over te nemen toen er grote tekorten waren, maar daar hebben de heren na ampele overwegingen toch maar van afgezien. Inmiddels zijn er versterkingen in het management van ’t Arsenaal doorgevoerd. In 2002 wil Des Bouvrie zijn Arsenaal in Deventer in de Boreelkazerne openen. “Ik was direct verliefd op dat pand.”

Je ziet het aan de tuinkussens, de markt groeit niet, maar ons aandeel wel

Jandesbouvrie.nl

De wondere wereld van Jan des Bouvrie en Geert Steinmeijer zal ook op internet te bewonderen zijn. Steinmeijer heeft op kantoor zelfs geen computer op zijn bureau (“ik surf thuis regelmatig”), maar wil wel een fraaie design-plaza maken. “Waar je even op rondneust voordat je naar de winkel gaat om servies of verf of wat dan ook voor je huis te kopen. Jan en Monique des Bouvrie geven aan wat ze op die site willen hebben: textiel, televisies, meubels, het maakt niet uit, ik zorg er dan voor dat de producten binnen 48 uur worden afgeleverd, dat er een helpdesk komt en dat soort logistieke zaken. Speciaal daarvoor laat ik een nieuwe hal bouwen in Oldenzaal langs de A1. Ja natuurlijk met daarop in grote letters:www.jandesbouvries. nl. Er zal ook geïnvesteerd moeten worden in voorraden en dergelijke, dus je praat al gauw over tien miljoen aan investeringen.” Jan des Bouvrie: “De site moet geen concurrent worden van de artikelen die in de winkel te koop zijn. Via internet willen wij laten zien dat design betaalbaar kan zijn. Er komen ook andere ontwerpers op, zoals van de Duitser Gunther Lambert met wie ik al nauw samenwerk. We zoeken ook een ontwerper in Engeland. Het kan zijn dat jij kussentjes van mij en Gunther gezien hebt die hetzelfde zijn. We werken al jaren samen, de fabrikant maakt stoffen en moet volume maken, daardoor wordt het betaalbaar,” aldus Jan des Bouvrie.

Vorige bijdrage

Commentaar: Advertorials zijn advertenties met een redactioneel sausje

Volgende bijdrage

Reggeborgh-topman Holterman gelooft nog steeds in internet

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *