Twentevisie Jaargang 12, 2000

Alleen de allerbesten zijn goed genoeg voor Stork Mobiel

‘Wij pikken de krenten eruit’

Stefan Wasser, directeur van Stork Mobiel, zoekt toppers, maar voorlopig vindt hij die vooral buiten Stork.

Stork Mobiel, het eigen interne uitzendbureau van Stork, bestaat twee jaar. Inmiddels staan er 250 mensen op de loonlijst die momenteel – het zal niemand verbazen – allemaal aan het werk zijn. Vrijwel allemaal binnen Stork, circa tien procent van hen buiten het bedrijf; dat percentage moet flink stijgen naar 40%. De bedoeling is dat de personeelsomvang van Mobiel in de komende twee, drie jaar zal verdubbelen. Stork moet dankzij dochter Mobiel een substantieel deel van de kosten van over- en onderbezetting bij alle Nederlandse werkmaatschappijen (op jaarbasis is dat een bedrag van 80 miljoen gulden) terugverdienen. Voorlopig bedraagt de kostenreductie dankzij Mobiel slechts enkele miljoenen. Ook al omdat het leeuwendeel van de mensen (70% van die 250 man) van buiten Stork afkomstig is.

De start van Stork Mobiel was dramatisch. Het idee om reorganisaties te voorkomen, vakmanschap te behouden en de zoektocht naar goede mensen te verminderen, sloeg niet aan. Inmiddels claimen zowel het Stork-concern als FNV-Bondgenoten aan de basis te hebben gestaan van het plan, maar dit terzijde. Stork Mobiel moet functioneren als de verschillende valutastromen binnen Stork. Het ene bedrijf ontvangt dollars van een opdrachtgever, het andere bedrijf heeft die dollars nodig om toeleveranciers te betalen. Om te voorkomen dat er nodeloos heen en weer gewisseld wordt en de banken zich klem verdienen, zijn daarover interne afspraken gemaakt. Dat principe moet ook toe te passen zijn op mensen in een bedrijf waar, in Nederland, zo’n elfduizend mensen op de loonlijst prijken (wereldwijd 20.000). Het is van de zotte dat er veel geld wordt besteed aan sociale plannen als een Stork-dochter een overschot aan personeel heeft. Terwijl een ander Stork-bedrijf juist om goede mensen zit te springen en daardoor veel kosten maakt voor de werving.

Wij ronselen niet

Slecht gesternte

Maar Stork beweegt zich de laatste jaren onder een slecht gesternte. Het is bijvoorbeeld de beleggers maar niet uit te leggen wat het bedrijf precies doet. Een interview met topman Van den Boogaard in dit blad leidde tot een publiciteitsgolf met als thema dat Stork overwoog zich van de beurs terug te trekken. En een paar maanden geleden werd de fusie met Internatio afgeblazen. Ja, en hoe nu verder? De top (onder leiding van Aad Veenman) is er nog niet uit. En dus was het niet verwonderlijk dat de plannen voor Stork Mobiel (in 1997-1998) zowel binnen als buiten het bedrijf slecht werden ontvangen. Bij de oprichting van Stork Mobiel sprak P&O-directeur Driessen mooie woorden over de kostenreductie dankzij het nieuwe bedrijf, maar die teksten werden door beursanalisten vertaald als geheime verliezen. En veel werknemers begrepen de plannen als een verkapte manier van ‘outsourcen’.

Krenten

Bij de lancering van de plannen werkten er nog 13.000 mensen bij Stork en was het doel eenderde bij Mobiel onder te brengen. Inmiddels gaat het om 11.000 werknemers van wie 2000 tijdelijke (uitzend)krachten. Daarop wil het bedrijf grip zien te krijgen. En dan met name op de hoogopgeleide vakmensen. “Wij pikken de krenten eruit,” zegt directeur Stefan Wasser van Stork Mobiel. Dus niet de ‘losers’, maar het neusje van de zalm kan een dienstverband krijgen bij Mobiel. En dus zal Mobiel ook niet de oplossing bieden voor de recente problemen bij de Hengelose bedrijven Thermeq en Energy, waar bijna honderd man overbodig is geworden. “Werknemers kunnen bij ons solliciteren. We hebben in deze gevallen wel een presentatie gegeven in de bedrijven,” aldus Wasser. Hooguit een handjevol zal worden aangenomen als betrof Mobiel een elite-eenheid. Die vergelijking spreekt Wasser wel aan: “Onze mensen moeten onderscheidend vermogen hebben. Wij willen die mensen ook wat te bieden hebben door verhoudingsgewijs betere arbeidsvoorwaarden, een continue scholingspakket en de aantrekkelijkheid van steeds wisselend werk.” De leeftijd van de Mobielwerknemer ligt tussen de 35 en 45 jaar.

Wij hebben geen commerciële doelstelling

Nieuwe generatie

“Bij Stork Mobiel werkt de nieuwe generatie Stork-mensen. We geven die mensen mobiliteitstraining zodat ze snel op nieuwe situaties kunnen inspelen. Mobiliteitstraining is erop gericht mensen voor te bereiden om telkens weer in een andere situatie te excelleren.” Ben je net aan de grillen van je baas gewend, kom je bij een ander die precies het tegengestelde wenst. “Bijvoorbeeld, en we leggen de nadruk op teamwork en klantgerichtheid. De mensen moeten flexibel zijn en daarom betalen we bonussen. En ze moeten bereid zijn zich steeds bij te scholen.” En dus veel te reizen. Zo werken twee Hengelose Mobielwerknemers momenteel bij Fokker Aerospace in Hoogeveen die niet graag de extra beloning willen missen als voor hen in Hengelo of Enschede een nieuwe plek gevonden wordt. “Het is niet het heroprichten van de Stork-school. Ik weet dat FNV-Bondgenoten dat graag wil, maar dan moet je denken aan de metaalvakschool. En die tijd is geweest.”

Reorganisaties voorkomen

Mobiel moet reorganisaties voorkomen, hoewel topman Van den Boogaard al bij de oprichting zei dat zulke ingrepen nooit helemaal te vermijden zijn. En bij Thermeq en Energy (bedrijven die verkocht zullen en moeten worden) eist de koper ‘schone’ oplevering. “We hebben minstens vijf jaar nodig om helemaal te draaien zoals we willen. Het gaat om een cultuurverandering en dat is niet van de één op de andere dag gerealiseerd. Mobiel moet nul-plus draaien.” De mensen van Mobiel worden gedetacheerd binnen of buiten Stork. “We hebben geen commerciële doelstelling. Wij betalen onze kosten doordat onze klanten, vooral andere Storkbedrijven, detacheringstarieven betalen. Maar ze zijn toch goedkoper uit, omdat die bedrijven die mensen niet in vaste dienst hoeven te nemen. Hetzelfde principe als bij uitzendkrachten, ja. Dus per saldo levert het geld op en verminderen de kosten. Je moet het zo zien dat iedere medewerker van ons een besparing voor het bedrijf is.” Wasser geeft aan dat zijn 250 werknemers gemiddeld 80 mille per jaar verdienen. Het is alleen jammer dat het gros van de mensen dus van buiten Stork komt. Anders had het mes aan twee kanten gesneden. “Wij vissen in een kleine vijver, het aanbod is kleiner dan de vraag, daarvan hebben wij net zo veel last als andere bedrijven.”

Ronselen

“Wasser bevestigt dat hij frequent contact heeft met bestuursvoorzitter Veenman over het beleid. Hij weet dus waar de bedrijven zitten die verkocht moeten worden, maar hij bestrijdt dat hij als een stroper die bedrijven naspeurt. “Wij komen pas in beeld als de bonden met de directie een sociaal plan hebben afgesproken. Dan is duidelijk welke mensen op zoek moeten naar ander werk. Wij polsen niet vooraf en wij ronselen ook niet. We hanteren de normale intake-procedure.” Voor de detachering buiten Stork heeft Wasser samenwerkingsverbanden met bijvoorbeeld vroegere (en inmiddels verkochte) Stork-bedrijven. “En we werken samen met intermediairs als Randstad en Start.”

Vorige bijdrage

Jan Mans wil Enschede weer opbouwen

Volgende bijdrage

Succes van Sydney: georganiseerd toeval!

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *