Twentevisie Jaargang 18, 2006

De nieuwe zelfverzekerdheid van openbaarvervoerbedrijf Connexxion

‘ Wij willen zelf busbanen aanleggen’

Rob van Holten (50) is bijna de allerhoogste baas van het grootste openbaarvervoerbedrijf van Nederland, Connexxion. Als vice-voorzitter van de groepsdirectie rapporteert hij rechtstreeks aan de Raad van Commissarissen. Toen hij ruim vier jaar geleden binnen kwam bij Connexxion vroegen zijn nieuwe collega’s wanneer hij zijn afscheidsreceptie had gepland, zo’n duiventil was het bedrijf in die tijd. Van Holten zit er nog steeds, sinds zijn aantreden is het er rustig geworden, maar dat is niet alleen zijn verdienste, benadrukt hij. Als we onze verbazing uitspreken over zijn hoge positie, een schoonmaker die nu heel veel bussen, trams, ambulances, taxi’s, treinen en boten aanstuurt, is hij even stil. “Weet je, misschien onderschat je mijn vorige baan.”

Rob van Holten is bekend van FC Twente, van het schoonmaakbedrijf Eijssink, later Cemsto, weer later het Deense bedrijf ISS waar hij (als allerhoogste baas in Nederland) 30.000 werknemers op de loonlijst had staan. Een headhunter polste hem voor een baan in de transportsector. “Ik dacht eerst dat het Van Gend & Loos was.” Maar het bleek Connexxion, waar op dat moment ook Cees Anker werkte (die via de TET en MidNet bij Connexxion was beland), die ook voorzitter was van FC Twente. Het verhaal doet de ronde dat Anker zijn vriend heeft binnengeloodst, Van Holten spreekt dat nadrukkelijk tegen. “Toeval.”
Zijn sterke kracht noemt hij het transformeren van organisaties. Hij ziet veel overeenkomsten tussen de schoonmaaksector en het openbaar vervoer. “Beide branches zijn zeer mens-intensief, het zijn service- en dienstverlenende organisaties, het heeft te maken met logistiek, er komt veel ICT bij kijken.” En complimenten krijgen doe je zelden van de klant. “Voor dit interview ben ik nog even op de locatie in Enschede geweest waar heel weinig verloop is omdat het werk van het rijdend personeel toch leuk wordt gevonden, de contacten met de reiziger en dat is in de schoonmaakbranche anders.” Om door die jongens op de bussen toch een beetje serieus te worden genomen, heeft Van Holten niet alleen zijn groot rijbewijs maar ook zijn chauffeursdiploma gehaald. “Ik heb net nog even gereden over de mooie busbaan hier in Enschede, die had ik nog niet gezien. Ik vind het fantastisch, bussen zijn toch ook ‘toys for boys’.”

‘Twents’

Connexxion heeft in de afgelopen jaren een omslag gemaakt van een bedrijf dat bussen rond liet rijden en waarvan de rekening door de overheid altijd werd betaald, naar een marktgerichte onderneming. Waarbij de regio (als klant) kan invullen wat ze wenst en daarvoor betaalt. De liberalisering van het openbaar vervoer hield ook in dat andere bedrijven op de Nederlandse markt kunnen meedoen. Zoals het Engelse Arriva en het Franse Veolia waarvan Van Holten de namen weigert uit te spreken. “Die bedrijven die u noemt zijn hier natuurlijk niet gekomen om ons in leven te laten.” Maar waar veel mensen vermoedden dat het bureaucratische en logge Connexxion (een fusiebedrijf van tientallen busbedrijven zoals de Twentse TET) snel zou worden weggecounterd door deze buitenlandse bedrijven (de nummer 1 en 2 van Europa), blijkt dat het Nederlandse bedrijf van de ‘eigen’ gebieden die in aanbesteding kwamen 82% wist te behouden. Dat is knap. “Van alle offertes die een gemiddeld bedrijf uit laat gaan, wordt ongeveer een derde binnengehaald.” Sterker nog, in Flevoland en een deel van Drente heeft Connexxion nieuwe gebieden (waar ze nog niet eerder reden) binnengehaald. Van Holten geeft als verklaring voor het succes het meedenken van de organisatie met een regio. “Er is wel veel kritiek, maar blijkbaar was de dienstverlening van Connexxion in het verleden niet zo slecht, want als een opdrachtgever ontevreden is, zal getwijfeld worden over een nieuw contract. En we moeten heel creatief zijn in het meedenken om de kosten laag te houden maar wel een goede mobiliteit bieden.” En dan volgt het bekende verhaal over kleine bussen, wel of niet te bellen, de inzet van taxi’s en andere manieren om niet met zo’n grote lege en vooral dure bus elk uur over het platteland te hoeven rijden.

‘We willen met al onze ervaringen zelf uitgroeien tot een grote Europese speler’

Connexxion probeert elke regio in te palmen met een specifiek regionaal concept dat in Zwolle ‘Max’ heet en in Twente ‘Twents’. “De regio Twente wilde rode bussen die een regionale uitstraling hebben. Wij hebben de naam bedacht en het Twentse ros achterop geplakt. Met die voertuigen die op andere frequenties rijden, met andere haltes en soms zelfs internet aan boord, is het gelukt om bijna een kwart meer passagiers binnen te halen.”

Privatisering

Het gaat tegen de verwachting in goed met het bedrijf Connexxion dat daardoor wellicht overmoedig roept dat de openbare aanbestedingen sneller op de markt moeten komen. Nu nog wordt het openbaar vervoer in de grote steden beschermd. En hoewel Connexxion geen vrije val maakte, betekent dat niet dat het bedrijf geen problemen heeft. Het zit in een verwurgende omhelzing met de overheid (als enig aandeelhouder) en de markt. En de aandeelhouder ziet niet graag Connexxion op buitenlandse markten opereren (zoals de grote concurrenten wel doen). Investeren in Duitsland door Connexxion vindt minister Zalm toch lastig uitleggen aan de Tweede Kamer. En ondanks problemen op dat vlak in de energiesector wil dit kabinet Connexxion wel verkopen. Volgens de schatting van kenners moet het bedrijf toch wel zo’n 500 miljoen euro kunnen opbrengen. Van Holten verheugt zich op dat moment. Tenminste, als het bedrijf zelfstandig door kan groeien onder een nieuwe eigenaar, want van een overname door een ander busbedrijf is hij minder gecharmeerd. “We willen met al onze ervaringen zelf uitgroeien tot een grote Europese speler.” Met een omzet van 916 miljoen euro (19 miljoen winst) valt Connexxion overigens in het niet bij andere openbaarvervoerbedrijven in Europa. Anderzijds zal het kabinet er eerder voor voelen met een investeringsbedrijf in zee te gaan die de doelstellingen van Connexxion ondersteunt, omdat anders de liberalisering juist weer te niet wordt gedaan (als de ene speler de andere overneemt). “Of een vervoerder die nog niet op de Nederlandse markt actief is.”

Diesel

Creativiteit is belangrijk, lage koste, hoge service, maar er zit geen rek in de huidige mogelijkheden van Connexxion. “Minister Peijs bepaalt de prijs van de strippenkaart.” En die staat vast. Ongeacht wat de prijs van diesel doet. Connexxion verstookt per jaar 100 miljoen liter diesel. “Elke cent verhoging betekent voor ons een miljoen minder winst, zo simpel is het rekensommetje echt. Wij kunnen zoals gezegd niets doen aan onze tarifering. Schiphol mag veiligheidstoeslagen in rekening brengen, vliegtuigmaatschappijen zetten kerosinetoeslagen op het ticket. En wij kunnen niets.” Aardgas dan? Stukken goedkoper en wel zo milieuvriendelijk, in Haarlem rijden al 89 Connexxion-bussen op aardgas rond, een wens van de opdrachtgever. “De infrastructurele kosten mogen niet onderschat worden, overal moeten aardgasstations gebouwd worden. Wij geloven veel meer in hybride rijden. Op doorgaande wegen op diesel, onderweg de accu’s volladen en in de stad op de accu rijden.” Maar hoe hard Van Holten en zijn collega’s ook werken aan een goed product, in het verleden zijn veel reizigers de bus uitgejaagd. En ook gemeentes werken niet hard mee om de inwoners in het openbaar vervoer te krijgen, want eerst worden wijken aangelegd met wegen en als alles klaar is, volgen soms nog eens busbanen zoals recentelijk in Enschede en Hengelo. “Iedereen heeft zijn vervoer dan al georganiseerd, vaak twee auto’s voor de deur.” Die gescheiden trajecten wil Van Holten aanpakken, zeker als Connexxion geprivatiseerd is. “Wij willen planmatig met provincies en gemeenten in gesprek over public private partnership.” In normaal Nederlands: Connexxion wil zelf busbanen aanleggen? “Ja.”

Techniek

Van Holten praat daarover al met bouwbedrijven zoals Wessels. “Infrastructuur en openbaar vervoer zijn afhankelijk van elkaar. Kijk naar het Stationsplein in Enschede, daar zijn zulke nauwe bochten gemaakt dat dat veel oponthoud geeft. Waar goede infrastructuur is, groeien de reizigersaantallen.” Van Holten is inmiddels zo zelfverzekerd over zijn eigen product dat als iemand met de bus gaat “die man of vrouw de bus blijft nemen.”

“ Wij hebben een forse afdeling marketing die van alles bedenkt om mensen voor de eerste keer in een bus te krijgen. We koppelen gratis openbaar vervoer aan winkelopeningen op zondag, zodat we mensen ervaringen laten opdoen. Dat de mensen zien dat elke bus tegenwoordig airco heeft en geen beslagen ramen meer.”

En de reizigers vasthouden lukt met moderne techniek, zoals de chipkaart in het openbaar vervoer die onder verantwoordelijkheid van Van Holten is ontwikkeld en gebruikt kan worden in alle Nederlandse bussen en trams. “De mobiliteit van Nederland stijgt met 20%. Daar heeft voor tientallen miljoenen aan consultancy aan gewerkt, dus dat zal wel waar zijn. Het gaat er om op de goede momenten gebruik te maken van het goede vervoersmiddel. Als u bij Apeldoorn in de file beland omdat er weer twee vrachtwagens op elkaar zijn gereden, moet u via het scherm van uw mobieltje alternatief vervoer aangeboden krijgen: de trein die zo en zo laat klaar staat op perron zoveel en dan bent u zo laat in Amsterdam of Groningen. Langs de A2 bij Maastricht staan al zulke borden. Het moet multi-modaal worden. Dynamische informatiesystemen die al in Enschede op het grote busstation werken. Niet elke bus heeft meer zijn eigen opstapplaats, dat is dynamisch geworden. In de bus wordt de route voorspeld. Bij de halte staat exact over hoeveel minuten de volgende bus komt.”
Gooi er nog een kwartje in en Van Holten zal uitleggen dat de superbus die Connexxion samen met Ockels ontwikkelt als alternatief voor de Zuiderzeelijn een beter en veel goedkoper alternatief is. Connexxion is definitief uit het verdomhoekje.

Het openbaar vervoer is tegenwoordig niet meer te versmaden, vindt Rob van Holten, vice-voorzitter van Connexxion. “ We koppelen gratis openbaar vervoer aan winkelopeningen op zondag, zodat we mensen ervaringen laten opdoen. Elke bus heeft tegenwoordig airco en geen beslagen ramen meer.”

Vorige bijdrage

Nummer 19

Volgende bijdrage

Nieuwe Prénatal-warenhuis in Hengelo: van autoriteit naar intimiteit

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *