Twentevisie Jaargang 18, 2006

Wim Bollen streeft naar meer openheid in financiële sector

Schipperen tussen kwaliteit en arrogantie

Wim Bollen, partner van Deloitte in Enschede wil, geen seksbedrijven als klant. ”Deloitte is een kwaliteitskantoor, we moeten uitstraling hebben, maar dat mag er natuurlijk niet toe leiden dat we afstandelijker worden.”

Het is bijna een genot om bij Wim Bollen (52) op de koffie te gaan. De partner van Deloitte in Enschede is relaxt, geeft zijn mening en lacht veel. De notabelen van vroeger (zoals notaris, advocaat, huisarts, accountant) zijn van hun sokkel getrokken. Terecht, vindt Bollen, die tot 1982 belastinginspecteur in Tiel was. “Grote kantoren, niet alleen in onze financiële sector, maar dat zie overal, die worden soms een beetje arrogant, zij weten wel wat goed voor je is.” Anderzijds heeft Bollen wel eens (na de Enron-affaire) te doen met de accountants die tegenwoordig zonder pardon als notoire leugenaars worden neergezet. “En dat is ook niet terecht.”

Deloitte is ’s lands grootste accountant en belastingadviseur met meer dan 6500 werknemers nu nog verspreid over circa vijftig kantoren. Maar na de laatste reorganisatie is dat aantal gehalveerd. Zo zijn bijvoorbeeld de kantoren Apeldoorn en Zwolle samengevoegd en ook Almelo en Enschede waar nu 160 mensen werken die alles bij elkaar geteld 15.000 klanten bedienen. “De samenvoeging is niet uit armoede, het gaat zeker niet slecht met ons. Ons product heet kennis en kennis kun je eigenlijk alleen maar goed vermarkten als je die bundelt. Te veel versnippering leidt niet tot de kwaliteit die wij nastreven.” De Almelose collega’s werden uitgenodigd naar Enschede te komen (in een iets te grijze strakke ‘schoenendoos’ met net geen uitzicht op het Arke Stadion). “Zij zijn lid van een groter team, zodat ze zich verder kunnen specialiseren. Generalisten hebben we niet meer.”

‘Erik de Vlieger is door Deloitte als klant geweigerd en bij Begemann zijn we op een bepaald moment gestopt als accountant’

“Als het aan mij had gelegen hadden we deze samenvoeging al een jaar of vijf, zes geleden gedaan. Maar toen waren de geesten er nog niet rijp voor; Deloitte vermoedde dat het vertrek uit Almelo te veel cliënten zou kosten. Niet alle collega’s in Almelo zijn meeverhuisd, sommigen hebben hun heil gezocht bij een kantoor dichter bij Almelo. En als het mensen kost, kost het ook klanten. Want klanten hangen vaak aan mensen die ‘toevallig’ bij Deloitte werkt. Het is bij ons de tent en de vent.”

Duur

Voor MKB-bedrijven wordt de drempel hoger om binnen te stappen. “Ja, ik worstel daar ook mee. Deloitte is een kwaliteitskantoor, we moeten uitstraling hebben, maar dat mag er natuurlijk niet toe leiden dat we afstandelijker worden. Wij hebben de reputatie duur te zijn en ik zal niet ontkennen dat wij duur zijn. Wij hebben de reputatie alleen voor groot te gaan, maar dat is niet waar. Het gaat er uiteindelijk om dat wij voor de cliënt een toegevoegde waarde kunnen leveren. Ik geef een voorbeeld zonder denigrerend te willen zijn. Voor een doorsnee bakker of huisarts die gewoon lekker aan het werk wil zijn en niet te veel gedoe aan zijn hoofd, kunnen wij weinig betekenen. Maar als die bakker meer wil gaan ondernemen, wil groeien, bakkerijen overnemen of openen, dan moet hij bij Deloitte zijn. De agrarische sector van het kantoor van Winterswijk hebben wij verkocht aan Ten Kate & Huizinga. Waarom? Kantoor Winterswijk heeft een aantal boeren als klant. Deloitte heeft gezegd: de agrarische sector is geen kernactiviteit van ons. Wij kunnen daarvoor dus niet de benodigde specialistische kennis leveren.”
Bij Deloitte is gekozen voor specialisatie in het vak, zoals ‘non-insurance’ (inkomstenbelasting, zelfstandigenaftrek. meewerkaftrek voor MKB-ondernemers), ‘Private Cliënt Service’ (testamentadvies, estate-planning) en de ‘core-tax’ (BV-structuren, hoe kan ik buitenlandse verliezen verrekenen in Nederland) en specialisatie in branche (productiebedrijven, apothekers, zorg, scholen, lagere overheid, rijksoverheid). De financiële wereld is blijkbaar gek op Engelse termen.

Onafhankelijkheid

Een aantal affaires (Enron, Ahold) heeft de reputatie van vooral de accountant stevig aangetast. Bij Enron verdiende de accountant 2 miljoen met zijn reguliere werk, maar het tienvoudige aan advieswerk. Dat liep een beetje door elkaar heen. “Hoe onafhankelijk ben je dan,” vraagt Bollen retorisch. Bij Ahold was het Deloitte als accountant die de kat de bel aan bond. Deloitte deed bij Ahold overigens geen advieswerk. “Maar het was bij Ahold wel een heel ander verhaal dan bij Enron waar ze de papiervernietiger gebruikten.” De affaire heeft in Amerika tot een lading nieuwe wetgeving geleid. “De Amerikaanse accountants hebben nu meer oog voor de wet met zijn checklists. Ik hoop niet dat het hier ook zo zal doorschieten.” Wel vindt Bollen dat er een scheiding moet zijn tussen het echte accountantswerk en het advieswerk. “Voor de directeur-grootaandeelhouder die dus zijn eigen baas is, is het een beetje onzin om te zeggen dat zijn adviseur niet zijn eigen accountant mag zijn. Want aan wie rapporteert die accountant: aan de eigenaar van de zaak.” Dat accountants toch wel geschrokken zijn en soms overdreven zorgvuldig zijn geworden, bewijst bijvoorbeeld (een paar jaar geleden) de toevoeging in het jaarverslag van Ten Cate waar KPMG een voorbehoud had gemaakt. Het leidde tot schuim om de mond van bestuursvoorzitter De Vries die meende als een halve crimineel te zijn neergezet.

Rockstar-CEO’s

Kees Cools, senior partner bij The Boston Consulting Group en hoogleraar bedrijfs-financiering aan de universiteit van Groningen, deed een onderzoek naar bestuursvoorzitters van beursgenoteerde bedrijven. Hij concludeerde dat CEO’s die vaak in de publiciteit komen, hoge bonussen kunnen verdienen en aan hun (minimaal) tweede huwelijk bezig zijn, vaker frauderen. Cees van der Hoeven van Ahold, Bernie Ebbers van Wolrdcom en Dennis Kozlowski van Tyco zijn daar prachtige voorbeelden van. “Bij Ahold was Van der Hoeven heel dominant. Daar vereerde zelfs de Raad van Commissarissen hem. Dat heeft niets met de accountant te maken.”
“ Bij TKH is het duo Van der Lof en Vaandrager erg sterk aanwezig, drukken heel sterk hun stempel op het bedrijf, maar dat zijn toch beslist geen rockstar-bestuurders.” Naast TKH heeft Deloitte Twente alleen Reesink als beursgenoteerd bedrijf als klant in het oosten van het land.

Maar wat doet Deloitte met de onderwereld, met het vastgoed, met de seksindustrie, met bedrijven die dankzij kinderarbeid groeien? “Kijk, als het bedrijf en de accountant zich netjes houden aan de Wet op de Jaarrekening, de fiscale wetgeving en alle andere zaken, hebben ze in principe geen problemen. Maar kinderarbeid? Nee, daar houden ze bij Deloitte niet van. “Bij ons meldde zich ooit een heel grote klant uit Duitsland, het is zelfs een beursfonds, die in de seksindustrie zit, boekjes en dergelijke. De Raad van Bestuur liet weten geen interesse te hebben, want het is een vrouwonvriendelijke sector.”

‘Bij TKH is het duo Van der Lof en Faber erg sterk aanwezig, drukken heel sterk hun stempel op het bedrijf, maar dat zijn toch beslist geen rockstar-bestuurders’

Erik de Vlieger

Matthias Rath, Joep van den Nieuwenhuijzen (vroeger Holec), Pim Polman, Wim van der Noordt, de vroegere RoBé-mannen en dan een hele lading kleinere krabbelaars, ook in Twente met veel uiterlijk vertoon. Dat zijn meer de rockstar-bestuurders waar Cools over schreef. En ene Rob de B. (in het criminele circuit geen onbekende) komt toch van Deloitte (Beverwijk) vandaan. “Wij doen absoluut geen werk voor de onderwereld, geen werk dat fiscaal absoluut niet kan. Die man in Beverwijk die jij noemt is er direct uitgeflikkerd, overigens al in de jaren tachtig toen duidelijk werd wat hij deed.”
“ Erik de Vlieger is door Deloitte als klant geweigerd en bij Begemann zijn we op een bepaald moment gestopt als accountant. Wel zijn we doorgegaan met het advieswerk.”
Onroerend goed is een spannende sector, zeker de laatste jaren. “Je kunt in die sector zo ontzettend veel geld verdienen. Maar als je daar alle regeltjes goed toepast, dan is de winst zo weg.” Ook de affaire die wethouder Kok in Hengelo de kop dreigt te kosten ging over vastgoed waar nota bene een registeraccountant en een advocaat aan hebben meegewerkt. “In het zaken doen is het altijd: jij weet iets wel en je laat je onderhandelingspartner niet altijd weten wat jij weet, want dan is je onderhandelingsvoordeel weg.”

Meelezen

Bij Deloitte is er een speciale afdeling (met vakgenoten pur sang zonder enige commerciële binding) opgericht die ‘meeleest’ met de accountants. “Die proberen de risico’s in kaart te brengen. Dat is een ontwikkeling van de laatste jaren. Bij sommige klanten is dat ook nodig, maar niet zoveel, want wij zijn eigenlijk vooral een MKB-kantoor.” Toch leidt dat meelezen intern soms tot irritatie. “Als een accountant een controle heeft afgerond gaat hij dat eerst met de klant bespreken voordat hij rapporteert aan de Raad van Commissarissen. Nou komt het wel eens voor dat na de bespreking met de klant onze tweede lezer met opmerkingen komt die de accountant in het gesprek met de klant niet aan de orde stelde. Dat is soms vervelend. Die klant zegt dan soms ’wat krijgen we nou, we waren toch al klaar’. Dat is niet altijd leuk voor de accountant.”

Vorige bijdrage

‘Een wet hoe verzekeringen geoffreerd moeten worden’

Volgende bijdrage

Nummer 7

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *