Xcellent

Centric: van trendvolgend naar richting gevend

Gerard Sanderink: ‘Wij leren studenten samenwerken, dat leren ze niet op school’

De eerste baan van Gerard Sanderink (62) was directieassistent bij drukkerij Tijl in Zwolle. Een jaar of veertig later is hij eigenaar van Centric en grootaandeelhouder van Oranjewoud. En o ja, bij beide bedrijven is hij ook directeur. Volgens de bekende Quote 500-lijst is hij goed voor minimaal 250 miljoen euro. Maar ondanks zijn rijkdom is Sanderink een eenvoudig mens gebleven. En hij zegt wat hij denkt, ook over het onderwijs. ‘Als je lesgeeft, moet je geboeid zijn zodat jongeren iets van je leren’.

Centric, met een kleine drieduizend werknemers in Nederland, zevenhonderd in België en een kleine duizend in Noorwegen, werkt sinds een paar jaar nauw samen met de Hogeschool Rotterdam. Er lopen nauwelijks studenten van Saxion stage bij Sanderinks bedrijven; hij heeft er zelf niet gestudeerd (Sanderink studeerde HTS Voedingsmiddelentechnologie in Friesland en deed z’n masteropleiding aan de Universiteit Twente), maar in de periode van 1978 tot 1983 gaf hij parttime les aan de HTS, één van de voorlopers van Saxion. Maar op die tijd kijkt hij met gemengde gevoelens terug. “Ik werd als docent niet goed begeleid”, zegt hij. “Ik moest zelf al het lesmateriaal verzamelen.” Dat was toen, maar Sanderink heeft niet het gevoel dat de onderwijswereld echt veranderd is. “Het heeft te maken met passie voor hetgeen je doet. Als je lesgeeft, moet je geboeid zijn zodat jongeren iets van je leren. Natuurlijk de lesstof, maar ook een soort opvoeding. Kinderen en jongeren zitten in een fase dat ze iets van hun onderwijzer, leraar of docent kunnen leren. Niet alleen de materie, maar ook gedrag, houding en normen; alles hoort erbij.”

Grootafnemer

Sanderink weet waarover hij spreekt want hij is voor zijn bedrijven ‘grootafnemer’ van de opleidingsinstituten in ons land. Waar haalt hij goede mensen vandaan? “Toch wel het meest van hogescholen en universiteiten. Maar wat mij opvalt, is dat ze de softwareontwikkeling niet goed onder
de knie hebben. Studenten leren wel een programma te maken, maar niet om in teamverband een applicatie te bouwen. Die manier van werken moeten wij ze zelf op de werkplek bijbrengen.” En Centric ontwikkelt juist voor grote klanten applicaties. “Het moet degelijk zijn, solide en dat doe je dus ook niet alleen, dat doe je in teamverband. Dan moet je onderling afspraken maken over de wijze waarop je het doet, hoe je test en noem maar op.” Veel softwareontwikkeling verdwijnt naar India en tegenwoordig ook naar voormalige Oostblokstaten. Sanderink: “Feit is dat arbeid daar echt veel goedkoper is. Soms een kwart van de prijs die hier gerekend wordt. Maar bij het bouwen van een pakket komt veel meer kijken dan alleen initiële software ontwikkelen, als dat het geval was, dan was de keuze gemakkelijk. Herbouwen van software waarvan de functionaliteit niet verandert, zou ik nog wel willen doen in dit soort landen. Dan staat vast waaraan het moet voldoen, hoe het eruit moet zien. De specificaties veranderen niet. Maar voor complexe pakketten moet een testomgeving worden gemaakt en als de specificatie niet goed is, moet wellicht de module worden aangepast. Voordat zoiets écht goed werkt, is die module soms wel tien of twintig keer aangepast. En dat lukt niet goed op zo’n grote afstand met gebrekkige communicatie.”

Eigen ontwikkelgroep

Ontevreden over Nederlandse IT’ers, ontevreden over goedkope lonenlanden, om twee vliegen in één klap te slaan heeft Sanderink daarom een eigen ontwikkelgroep opgezet in Roemenië. “Want de belangstelling voor techniek wordt er in Nederland niet beter op.” De overheid stimuleert dat onvoldoende, maar hij steekt ook de hand in eigen boezem. “Ondernemers zoals ik zouden vaker onderwijsinstellingen moeten bezoeken om te vertellen over het werk, de kansen, de studenten enthousiast maken. Nee, ik doe dat veel te weinig. Ik heb onlangs voor ‘Jong Oranje’ een lazing gehouden. Om misverstanden te voorkomen, ‘Jong Oranje’ noemen wij de groep die nog maar kort bij Oranjewoud werkt. Ik vertel aan hen hoe ik het bedrijf heb opgebouwd, wat ondernemerschap is. Dat bleek voor veel van die jonge mensen een echte eye-opener. Want bijna niemand weet wat er bij komt kijken, dat je ondernemerschap met vallen en opstaan leert. Ondernemers zouden ook veel meer contact met de opleidingsinstituten moeten onderhouden om aan te geven wat zij van studenten verwachten. Ja, dat doen we inmiddels wel met de Hogeschool Rotterdam.” De samenwerking heeft voor Centric als doel, steekt Sanderink niet onder stoelen of banken, om de beste studenten naar zijn bedrijven te krijgen. “Maar we zouden als goed werkgever ook regelmatig docenten moeten uitnodigen om hier te kijken en dat materiaal voor de opleiding aanreiken.”

Fundament

Als Sanderink binnen zijn eigen bedrijven op leidinggevend niveau om zich heen kijkt, mist hij wat. “Ik ben eigenlijk de enige in de leiding die uit het vak zelf komt. In die zin heb ik wel een voorsprong. Ik heb zelf geprogrammeerd, ben projectleider geweest, heb ontwerpen gemaakt, dus ik ken het vak. Maar veel van mijn collega’s missen een bepaald fundament. Mensen die kennis kunnen overdragen, leiding kunnen geven, vorm kunnen geven, naar zulke mensen ben ik op zoek. Maar die mensen worden onvoldoende gewaardeerd. En dan heb ik het niet alleen over geld, ik heb het over aanzien, begeleiding. Veel medewerkers zijn verbaasd dat ik regelmatig in het bedrijf op de werkvloer een uurtje met hen ga bomen over hoe het gaat met de ontwikkeling van een bepaalde applicatie. Ik vind al die dingen boeiend en voor mezelf is de meerwaarde dat ik op alle niveaus in de organisatie gesprekken kan voeren.” Sanderink merkt het respect op de werkvloer, niet alleen omdat hij de baas is, maar omdat hij ook inhoudelijk kan meepraten. “Ik ben nooit een goede softwarebouwer geweest, maar ik was wél een goede tester. Dat gaf mij bij Philips gezag waardoor ze naar mij luisterden. Als er dan iets mis was, en ze konden het niet vinden, dan zeiden ze, ‘daar moet Geer toch nog maar even naar kijken…’.”

Twentenaar

Het fraaie hoofdkantoor van Centric staat in Gouda, en op meer plaatsen in het land heeft Centric kantoren, maar Sanderink blijft in hart en nieren Twentenaar. Hij constateert enerzijds dat hij moeite heeft aan goed personeel te komen, anderzijds is het gemiddelde inkomen in Enschede één van de laagste in Nederland. “Voor Twente is Saxion en de universiteit belangrijk. Maar – en daar heb ik het ook met de gemeente over gehad – blijkt het moeilijk te zijn voor de regio om de mensen die afgestudeerd zijn in Twente te houden. Daar heb je hoogwaardige bedrijven voor nodig. Maar er zijn in Twente gewoon geen bedrijven meer met duizend, vijftienhonderd mensen in dienst. Al die bedrijven zoals Stork zijn weg, of zoals Thales gehalveerd.” Dat laat onverlet dat Sanderink vindt dat de gemeente veel meer kan en moet doen om jongeren een opleiding te laten volgen. “De gemeente moet de wijken in om ouders en kinderen dat bij te brengen. Niet dwingen, maar stimuleren en motiveren. Ik vind dat ze daar meer tijd in moet stoppen. Kijk, het is prachtig dat je Enschede als stad wilt promoten, ik werd daarover onlangs weer gebeld voor een financiële bijdrage, maar laten ze beginnen met dit soort belangrijke zaken. En ja, ik zou veel meer willen doen voor Twente, maar als ze me niet vragen….” Ook in Gouda zijn grote maatschappelijke problemen, bijvoorbeeld met Marokkanen. “Wij hebben aangeboden om het onderwijs te helpen, bijvoorbeeld met het geven van lessen, maar vervolgens gebeurt er dan naar mijn idee nauwelijks iets mee.” Van gemeenten heeft Sanderink sowieso geen hoge pet op. Hij werd onlangs uitgenodigd door de gemeente Heerenveen (die zich presenteert als energiestad) voor een lezing. “Ik zei, ‘in Groningen willen ze ook de energiestad van Nederland worden’. Ik hoor ook van gemeenten dat ze sportstad willen worden. Dat is allemaal aardig, maar met sport wordt nog niet zoveel geld verdiend en dat is voor gemeenten toch belangrijk om andere zaken weer te kunnen betalen. Gemeenten hebben te weinig visie en strategie.”

Voetbal

Sanderink werd echt geen andere ondernemer op het moment dat hij als shirtsponsor bij De Graafschap en FC Groningen zijn intrede in het betaalde voetbal maakte. Maar hij werd wel van de één op de andere dag anders behandeld. Zo was hij bijvoorbeeld welkom in de skybox van ABN Amro in de Arena. Aan het einde van dit seizoen stopt hij er voorlopig mee als sponsor. Het heeft hem wel het nodige opgeleverd, maar de houding van veel voetbalbestuurders staat hem tegen. Hij moest als hoofdsponsor in de krant lezen dat de trainer van De Graafschap , die zijns inziens goed werk levert, aan het einde van het seizoen kan vertrekken. Voor de club komt Sanderink al zijn (financiële) verplichtingen na, maar hij heeft de naam Centric van de shirts laten halen. Daarvoor in de plaats wordt nu reclame gemaakt voor het kankerfonds, niet in de laatste plaats omdat een goede vriend van hem aan deze ziekte lijdt. Niet alleen omdat hij regelmatig teleurgesteld wordt in de voetballerij, ook omdat hij vindt dat de naamsbekendheid van Centric nu veel groter is, overweegt hij helemaal uit de voetballerij te stappen. “Centric was vroeger een bedrijf dat de trend volgde, maar nu zijn we veel meer richting gevend.”En dat wil hij ook maatschappelijk uitstralen, vandaar dat Sanderink overweegt een speciale stichting op te richten die bijvoorbeeld talentvolle studenten of sporters (studie) beurzen verstrekt, of in de gezondheidszorg speciaal onderzoek mogelijk maakt.

Vorige bijdrage

De Meeuw gaat het vooral om de jeugd

Volgende bijdrage

Aarnink koos voor SBRM omdat hij dan niet meer naar school hoefde

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

1 reactie

  1. J.W. Luiten
    4 maart 2012 at 13:07

    Ik heb Gerard mogen ervaren als docent tijdens mijn studie aan de HTS. Vanuit zijn positie destijds begrijp ik wel dat hij over die periode gemengde gevoelens heeft. In mijn herinnering waren Gerard Sanderink en Van Putten (de oprichter van de afdeling Computertechniek) de beste docenten. Theoretisch goed onderlegd. En beiden wisten ze wat er buiten school te koop was in het vakgebied.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *