Twentevisie Jaargang 11, 1999

Jan Geerdink moet veel meer ondernemer worden

Polaroid moet op het menu

De vuistdikke archiefmap over Polaroid in Enschede herbergt veel slecht nieuws: bezuinigingen, reorganisaties, banen die verdwijnen. Toch spraken de werknemers nauwelijks schande over hun baas. Een goed bedrijf waar behoorlijk goed betaald wordt. Maar bij de laatste reorganisatie is de Ondernemingsraad minder snel akkoord gegaan dan voorheen. De vertegenwoordiging van het personeel eiste zelfs dat de hoge baas uit Amerika kwam uitleggen wat hij nou met de vestiging in Enschede voor heeft. Ook behaalde de Ondernemingsraad in de onderhandelingen met directeur Jan Geerdink (45) een succesje: niet 130 banen, maar 110 formatieplaatsen werden geschrapt en dankzij ingewikkelde constructies zijn onlangs uiteindelijk 45 mensen daadwerkelijk ontslagen.

“Ik voel me niet gepasseerd door de Ondernemingsraad, de mensen uit Boston (hoofdkantoor Polaroid) komen meestal eens per jaar langs voor overleg. Het tekent tegenwoordig de sfeer in het bedrijf dat zoiets mogelijk is. We hebben met deze reorganisatie ook met alle mensen een persoonlijk gesprek gevoerd, dat is humaner dan per brief, vind ik.” Polaroid heeft een contract afgesloten met Smart-Randstad om de overbodige mensen te helpen aan ander werk. Dat gebeurt in een pand buiten Polaroid. “Daar is bewust voor gekozen.” Uiteindelijk werken er nog 625 mensen in Enschede bij Polaroid. Pijnlijk was een beetje dat precies in deze periode Polaroid meer uitzendkrachten in dienst nam. “Dat heeft feitelijk niets met elkaar te maken. Ons bedrijf heeft met heel drukke periodes te maken. Vroeger was ons personeelsbestaand daarop afgestemd, nu niet meer. En dit is juist een drukke periode voor ons. Er is dus geen oorzakelijk verband met de reorganisatie.”
‘We hebben te lang met onze rug naar de buitenwereld gestaan, te veel naar binnen gekeerd’

Rusland

Ooit werkten er meer dan duizend mensen in Enschede. “Dat klopt, maar we doen niet minder business, de productiviteit is enorm gestegen. Vanuit ons distributiecentrum beleveren we heel de wereld, minus Noord-Amerika, binnen 48 uur. Er liggen in onze magazijnen 2500 tot 3000 verschillende producten. We maken hier in Enschede 50 miljoen packs film. Vergis je niet.” Het is ondenkbaar dat Polaroid ooit uit Enschede verdwijnt. Volgens Geerdink staat Polaroid aan een nieuw begin. “Ik kan niemand van die 625 mensen garanderen dat ze hier tot in lengte van jaren kunnen werken. Als de economie instort, houdt het op. Deze reorganisatie is voor een deel te wijten aan het wegvallen van de Russische markt.” Wereldwijd werken er nog een kleine 9000 mensen bij Polaroid.

Uitzendkrachten

“Voor het nieuwe toestel van Polaroid, de Joycam, maken wij de film. En dat loopt momenteel als een trein. De machines draaien volop en daarom vragen we de mensen om over te werken. Het aantal uitzendkrachten varieert bijna per dag, maar dat schommelt tussen de zestig en honderd mensen per dag. Dat zijn vooral verpakkingsmensen, laaggeschoold werk. En ik vind dat je mensen niet te lang werk moet laten doen dat onder hun niveau is. Daarom kunnen we de Polaroid-mensen niet zomaar dat werk laten doen.” “Het sociaal plan dat we met de bonden afgesproken hebben is een duur plan en is erop gericht de mensen aan ander werk te helpen. We hebben het economisch tij mee. Inmiddels heb ik begrepen dat er al een tiental aan ander werk is geholpen.” Het irriteert Geerdink (sinds drie jaar directeur, hij werkt al 20 jaar bij Polaroid) als Polaroid als een asociaal, keihard Amerikaans bedrijf wordt afgeschilderd. “Ik kan niet voor de andere Amerikaanse bedrijven praten, ik weet wel dat ik volledige vrijheid gehad om te onderhandelen. En dat moet je niet uitleggen alsof ik kan doen wat ik wil maar dat geldt ook als we een Nederlandse moeder hadden gehad.”

Oma gaat niet met haar kleindochter naar de vakhandel, wel naar V&D of de Hema

Openheid

Polaroid heeft tot op de dag van vandaag moeite met het monopolistische verleden dat 30 jaar geduurd heeft. Kodak is er mee op de koffie gekomen toen het bedrijf eerder dan wettelijk toegestaan het Polaroid-idee namaakte. Tot halverwege de jaren tachtig had Polaroid het patent op het procédé waarbij foto’s in het toestel ontwikkeld werden. Direct klaar. Produceren was het enige wat telde. Prijs onbelangrijk, want het werd toch wel gekocht. Polaroid (directie zij aan zij met de werknemers) werd een soort vesting tegen de boze buitenwereld die bij tijd en wijle kritiek durfde te hebben. “Je zet het wat scherp neer, maar ik herken dat beeld wel. Ik heb een budgetverantwoordelijkheid. Dat haalden we elk jaar. En daarom hadden we ook niet zo veel last van onze moedermaatschappij. We hebben te lang met onze rug naar de buitenwereld gestaan. Te veel naar binnen gekeerd. Dat is nu pas aan het veranderen. We moeten ons veel meer als ondernemer opstellen. We gaan niet zelf de filmpjes verkopen, maar we moeten veel creatiever zijn, ideeën aandragen bij voorbeeld voor de Europese marketing die in Londen zit. Zo hebben we wat ideeën aangedragen voor Euro 2000, het gebruiken van de witrand rond de foto’s. We werken dat soort ideeën zelf uit met kostenplaatje en al en bieden het dan aan.”

Vis

Eenmaal op dreef kan Geerdink tientallen voorbeelden geven waar Polaroidtoestellen verkocht zouden worden. “Viswinkels: vissers willen iedereen laten zien hoe groot de vis is die ze gevangen hebben, in restaurants: als je gezellig met een groep zit te eten en niemand heeft een fototoestel meegenomen. Zet een Polaroid op het menu,” lacht Geerdink. “Dat hebben we in Zwitserland uitgeprobeerd en daar is het aangeslagen.” En dat terwijl Polaroid toch altijd gezien werd als duur en kwalitatief onvoldoende. “Neem nou maar van mij aan dat de kwaliteit tegenwoordig gewoon goed is. Tot nu toe is Polaroid alleen verkrijgbaar bij de vakhandel, en ik probeer duidelijk te maken dat dat moet veranderen. Mensen willen overal en altijd foto’s maken. Oma gaat niet met haar kleindochter naar de vakhandel. Het product moet dus dichter bij de klant gebracht worden, bij V&D, de Hema. Zo zijn we bezig met Martell, de producent van Barbie, om samen te werken. Kinderen hebben geld te besteden. Ze kopen een computerspel of een CD. We moeten ook in de grote speelgoedzaken komen. Vroeger was onze doelgroep de mensen van 45 jaar en ouder. Dat is niet meer.”

Vorige bijdrage

Nummer 41: flinkerds in een old-boys netwerk

Volgende bijdrage

Uitnodigingslijst Twentedinner als graadmeter

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *