Roskam Moordkuil Jaargang 05, 1999

Nummer 51/52: de snelle wip

Ik ben niet meer uit op de snelle wip. Onlangs werd ik ’s nachts wakker naast een best wel lekkere griet en ik had me toch een spijt. Dat had ik nog nooit eerder meegemaakt. Ja, het was wel lekker, geweldig zelfs, maar alleen al de moeite in de uren daarvoor om het zover te laten komen.

Ik ben geen adonis, ik moet het hebben van mijn babbel, van interesses. Ik heb geen zin meer om me te verdiepen in dat kapsalongekwebbel.

Ik ben blijven liggen. Heb zelfs nog een paar uur geslapen. En toen gauw pleite. Snel douchen. ‘Nee, ik ontbijt nooit, ik bel je’. Je hebt elkaar geen reet te vertellen. Een volstrekt andere belevingswereld.

Ooit had ik een vriendinnetje dat tien jaar jonger was. Wat was ik trots. Ik kwam haar onlangs tegen bij een voetbalwedstrijd waar zij voor zo’n commerciële omroep de politie volgde. Hopen op rellen. Heb ik ook gedaan, ik kan er over meepraten, maar dat moet je na verloop van tijd niet meer willen. Ik was haar naam kwijt, kreeg haar nieuwe nummer, maar ik heb niet meer gebeld.

Ik zat onlangs op een feestje met zo’n Bevelsborgtrut te praten. Ik wil die lulverhalen van die kassazeikerds niet meer weten. Jezus, die vrouwen zijn echt minder, en ik ben inmiddels op een leeftijd gekomen dat sex wel veel, maar niet alles meer goedmaakt. Bovendien heb ik geleerd: hoe mooier de vrouw, hoe slechter in bed. Omgekeerd geldt deze stelling ook, weet ik, maar er zijn grenzen.

Onlangs belandde ik zelfs in bed bij een dame die ouder is dan ik. We zijn nauwelijks tot de daad gekomen, zo gezellig was het. Het ziet er wel leuk uit, die meisjes van een jaar of twintig, maar je moet direct na de daad weg kunnen. Maar zo onbeleefd ben ik dan ook niet. Dan kan je volgens mij net zo goed naar de hoeren en dat heeft me nooit getrokken.

Ik heb nooit gedacht dat ik zo’n ouwe lul zou worden. Ik zie al die ondernemers, voorzitters en directeuren de debiel uithangen tegen hun secretaresses. Buikje inhouden, de bijdehand uithangen.

Goed, mijn leven draait blijkbaar niet meer hoofdzakelijk om mijn snikkel, maar ik wil nooit, nooit, nooit iets te maken hebben met al die bedrijven die van die domme blondjes als promotie- of pr-dames hebben rondlopen.

Het leven wordt een stuk rustiger.

Vorige bijdrage

Nummer 50: De sportjournalistiek verandert

Volgende bijdrage

Nummer 1: veilig op straat onder Stalin

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *