Roskam Moordkuil Jaargang 07, 2001

Nummer 28

Mijn oma (jawel, mijn grootmoeder) is begin deze week overleden. Het werd tijd ook. Ze woonde in een verpleegtehuis, had erg veel pijn, werd zo dement als een deur en liep tegen de honderd jaar. De morfine hielp op het eind een handje. Ik hoop niet dat ik zo oud word.

Mijn oma was een lief mensje. Een echte oma die het goed met me voor had. Een paar maanden geleden, toen ze verhuisde van haar eigen huisje in Hardenberg naar het bejaardentehuis, heb ik al afscheid van haar genomen. Het is onmenselijk om iemand in korte tijd te zien aftakelen. In mijn jongere zus vermoedde ze mijn moeder, maar het ergste waren de momenten dat ze even bij de tijd was.

Ze baarde zo rond de oorlog liefst acht kinderen onder wie mijn moeder. Ze had inmiddels een stuk of veertig kleinkinderen en meer dan honderdvijftig achterkleinkinderen. Want neuken kunnen die christenen. In het geniep natuurlijk. Aan het einde van deze week- rond het verschijnen van deze krant- zal ze in Hardenberg ter aarde worden besteld. Bij mijn opa die al een kwart eeuw eerder ging.

Ik zie er als een berg tegen op. Al die hypocriete klootzakken. Mijn grootouders waren namelijk zwaar christelijk. Dat levert kwantitatief wel maar kwalitatief niet zulke leuke kinderen op, kan ik u verzekeren als ik naar mijn ooms en tantes kijk.

Van mij mogen alle christenen voor de leeuwen geworpen worden. Ik kom uit een christelijke familie, heb een jaar bij het CNV gewerkt en zie het in mijn directe omgeving: het is volk dat zich verheven voelt boven de rest van de wereld. Ze zijn meer. En ze gedragen zich dienaangaande arrogant. De stoel in de hemel is al gereserveerd!

Mijn oma was als Jezus. Ze heeft een hard leven gehad. Acht kinderen, van wie er een aantal nog gestudeerd heeft. Een zwaar bestaan, weinig geld. Droeg haar leed opgewekt. En ze was altijd aardig, zag altijd het goede in de mensen. Wilde alleen de goede dingen horen. Was met bijna niets heel gelukkig. Het was zoals Jezus in de Bijbel zei dat mensen moeten zijn. God bestaat niet, maar voor haar hoop ik het wel. Na zo\’n leven verdient ze een plekje in de hemel.

TV Oost komt ook in Hardenberg. En daar krijgen ze wel eens wat over mij te horen. Ze nam het te vuur en te zwaard voor me op bij al die boeren.

Ik zei altijd dat ze de mensen moest laten kletsen, dat ze moest zeggen dat ik het zwarte schaap van de familie ben, “en dan liegt u niet oma”.

Mijn oma was de liefste van de hele wereld. God, zorg een beetje voor dat oude mensje. Ze heeft het verdiend. En hoewel die fans van je op aarde er een teringzooi van maken, zal ze u dat nooit kwalijk nemen.

Dag oma. Tot nooit meer.

Vorige bijdrage

Nummer 27

Volgende bijdrage

Nummer 29

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *