Waar is Pim Polman?
Eigenlijk heb ik een zwak voor Pim Polman. Hij is gek, maar ik word ook niet vrolijk van al die mensen die allemaal zogenaamd normaal zijn. Pimmetje is van de aardbodem verdwenen.
Heel af en toe kwam ik hem in de afgelopen maanden tegen en dan riep hij in het voorbijgaan, als ik een gesprekje wilde beginnen, “Ik bel je van de week”. Hij zal mijn nummer wel kwijt zijn, want wie er allemaal belde, geen Polman. De voicemail die je krijgt als je het nummer op kantoor draait, verwijst naar e-mailadressen. Zijn 06 doet het al heel lang niet mee, althans niet het nummer dat ik heb.
Of zijn geldeisers wel het goede nummer hebben weet ik niet. Ze maken er waarschijnlijk weinig gebruik van, ze sturen vooral aangetekende brieven. De belangrijkste is de SNS-bank die vreselijk met het vastgoed en de bedrijven van Polman in de maag zit. Woensdag moet alles betaald zijn en hoewel ik niet veel te verteren heb, durf ik dat beetje wel te verwedden dat hij niet betaalt. En ik denk ook te weten dat ‘ze’ klaar staan met auto’s, dwangbevelen, hamers en veel mensen om zijn huizen en bedrijven binnen te vallen en alles van waarde op te halen.
Op zijn kantoor is Enschede ligt nog een fraaie houten honkbalknuppel waarmee hij mij half schetsend half serieus ooit bedreigde. Hij liet hem ook zien uit liefde voor het hout. De knuppel was van afvalhout van zijn fabriek gemaakt, bijkans liefdevol streelde hij die keer de knuppel: meer liefde voor de knuppel dan voor mij, zal ik maar zeggen… Die knuppel wil ik wel kopen!
Pim Polman nam het houtbedrijf van zijn vader over en bouwde dat uit tot een bedrijf waar op het hoogtepunt 130 man werkte. Ik wist nooit precies wanneer hij gekheid maakte of serieus was maar toen hij die fabriek moest sluiten, zei hij zachtjes: “Ik liep altijd graag door de fabriek, als de mensen het hout aan het bewerken waren”. En dat was ook zo.
Hij begon ooit Polman Cargo, gewoon omdat hij vrachtauto’s mooi vindt. Op het hoogtepunt telde het bedrijf honderd trekkers en 130 aanhangers. Hij betaalde keurig de CAO-lonen en had het mooiste materieel. Maar hij redde het niet. In een uitzending van Radio Oost jaren geleden benadrukte hij dat het bedrijf niet failliet was gegaan. Nee, maar als hij de activiteiten niet had gestopt was dat wel gebeurd. “Nog nooit is er bij mij een bedrijf failliet gegaan. Dat doe ik niet, zo zit ik niet in elkaar. Ik heb iedereen betaald tot op de laatste cent. Ik ben geen man die een BV’tje laat ploffen”. Dat was wellicht toen het geval, daar denken inmiddels veel mensen anders over.
Pim is gek! Hij ging ooit onder zijn bureau zitten toen zijn secretaresse een gast ophaalde die dus in een ogenschijnlijk leeg kantoor zat te wachten tot Pim ineens onder het bureau vandaan kwam.
Hij hing spandoeken aan lege panden om de aandacht op de lage huur te vestigen, hij verbond zijn naam aan het stadion van Heracles en hij was in grootte ooit de vierde makelaar van Twente.
En nu? Ondergedoken, durft niemand meer onder ogen te komen. En na woensdag zo arm als een kerkrat. Toch mis ik hem een beetje…
Nog geen reacties