Roskam Moordkuil Jaargang 05, 1999

Nummer 21: GAK is natuurlijk een club van losers

Zo’n GAK is natuurlijk een club van losers. Al die uvi\’s overigens, zoals die structurele misbaksels in het jargon heten. Het parlementaire onderzoek naar de sociale zekerheid was een aanklacht. Maar ja, wat doe je met zo\’n bende?

De ziektewet is afgeschaft en nu zoeken de Gakken van deze wereld aansluiting bij commerciële grote broers. Omdat ze het aanspreekpunt voor werk en inkomen willen worden. Ze willen zoveel, die horlogemakers. Ze kunnen echter niets.

Het blijven gewoon ellendige ambtenaartjes: vijf over negen binnenkomen en om tien voor vijf met de jas in de hand klaarstaan. Leg op een verjaardag maar eens uit aan je schoonfamilie dat je uitvoeringsmedewerker of beslissingsambtenaar bij het GAK bent, en dat je nog een dijk van een carrière voor je hebt. Alsof je zegt dat je aids hebt. Remi (uit alleen op de wereld) ondervond in zijn latere leven meer gastvrijheid.

En wat doen nagemaakte parkeerwachters in een grijs pak achter hun bureau? Mensen die in hun ogen nog lager op de maatschappelijke ladder staan lekker schoppen! Het zijn altijd de zielige gevallen die het meisje achter de kassa verrot schelden omdat ze het bonnetje niet snel genoeg afgeeft. Er worden nooit bankdirecteuren op straat in elkaar geslagen. Altijd de meelijwekkende types. Let maar eens op.

En dus pakken die GAK-kwijlen altijd de mensen die aan de rand van een zenuwinzinking staan. De volksmensen die nog geen A van een B kunnen onderscheiden. Omdat ze het van hen kunnen winnen. En hoe doen ze dat? Door onpersoonlijke, moeilijk leesbare asociale teringbrieven naar weduwen te sturen. Waarin om de drie woorden een afkorting of een wet wordt geciteerd. En alleen de lidwoorden tellen minder dan zeventien letters. Want dat staat zo interessant.

Je moet eens op een regenachtige middag het GAK bellen. Er zit nooit iemand op zijn plaats, weet zo\’n zeikerige zeurstem aan de telefoon die je eerst twintig minuten in de wacht zet omdat ze net haar vakantie met de koffiedoos doorneemt. Nee, terugbellen, daar doen ze niet aan. En nee, er is ook niemand anders die kan helpen. Of je wordt opgelucht doorgeschakeld naar een uitzendkracht die van toeten noch blazen weet.
Ze maken zich in dat lelijke pand in Enschede (wat mij betreft hek er omheen en de fik erin) intern op voor een prestigestrijd met de Arbeidsvoorziening: waar worden die centra voor werk en inkomen ingericht? Het maakt niets uit. De mensen aan de zelfkant die met 1.400 piek moeten rondkomen, waren altijd al de lul. Er verandert nooit wat.

Vorige bijdrage

Nummer 20: Enno de Witt is een smerige oorlogshitser

Volgende bijdrage

Nummer 22: geen raadsadviseurs, maar senior-editors

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *