De Roskam Jaargang 17, 2011

Tijd voor bejaardenquotum bij poëziefestiviteiten

Tijd voor bejaardenquotum bij poëziefestiviteiten

Tijdens de zomerstop (en verhuizing) van deze krant heb ik doorgewerkt voor deze pagina en twee festivals bijgewoond. Eerst was er het Tuinfeest in Deventer dat mijns inziens zonder nieuwe impuls een langzame dood zal sterven en daarna was er Hongerige Wolf in Groningen dat Oerol in potentie naar de kroon kan steken. Het Tuinfeest bood de gelegenheid me te vergapen aan de prachtige binnentuinen in de historische binnenstad van Deventer die normaal verborgen zijn voor het grote publiek en ondertussen weg te dromen bij de verzen van de vaak wereldberoemde dichter die je vlak voor de neus betovert met zijn of haar stem. Je kruipt nog wat dichter tegen je geliefde aan, geniet van de zon op je gezicht en neemt nog een slok van je drankje. Het slechte weer maakt het dit keer (6 augustus) anders, maar bovenal was het druk, te druk. De bankjes in de tuinen waren overvol. En luisteren met je ogen dicht naar Gerrit Komrij was in Het Klooster geen pretje. De bordjes Stilte AUB moesten voortdurend omhoog worden gehouden zonder dat het geroezemoes verstomde. Het overwegend bejaarde publiek bleek te druk met zichzelf en met de flessen wijn die uit de drankkarren werden gesleept; ze ouwehoerden door de voordrachten heen; het leek verdorie wel de Zwarte Cross voor ouden van dagen. Het lijkt me de hoogste tijd om een bejaardenquotum in te stellen. Er waren ook weinig nieuwe en spannende dichters tijdens het Tuinfeest. Natuurlijk werd Komrij voor veel geld ingevlogen uit Portugal en Ellen ten Damme toonde zich weer een podiumbeest, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het Tuinfeest in de afgelopen veertien jaar bijna alle toppers in de tuinen heeft gehad. Ik heb het gros van de Tuinfeest-edities gezien en zoals veel festivals die een succes zijn (waaronder Oerol en North Sea Jazz) lijkt ook dit poëziefeest ten onder te gaan aan…, ja aan wat eigenlijk? Het grote succes, de arrogantie, de verkeerde bezoekers, lees: de teutebellene bejaarden? Ik ben er nog niet uit. Eind juli reed ik naar Hongerige Wolf, een gehucht vier kilometer van de Duitse grens en tien kilometer ten zuiden van Delfzijl. Volstrekt door God verlaten. Vlakbij de totaal mislukte Blauwe Stad, onderdeel uit van een gemeente waartoe ook Ganzendijk behoort. Een poster op het raam van één van de huizen in Ganzendijk doet herinneren aan de tijd dat hier dagenlang camerateams en journalisten registreerden hoe het kleine aantal inwoners zich fel keerde tegen het plan om de huizen te slopen en het dorp maar op te heffen. Ruth Weites groeide op in Hongerige Wolf. Op haar negentiende verhuisde ze naar Utrecht, maar ze ging de landelijkheid en de rust van haar geboorteplaats missen. Ze bezocht graag festivals, maar constateert hetzelfde als de schrijver van deze rubriek, maar in plaats van te zeuren, organiseerde ze haar eigen feest, van 29 tot en met 31 juli. We parkeerden de auto langs de kant van de weg, liepen vijftig meter naar een soort van entree van het festival (en het dorp). We kregen een polsbandje – zoals dat hoort bij een festival – en liepen met een programmaboekje het dorp in. Eerst maar eens naar het Schapenveld, het centrale festivalterrein om ons te oriënteren op de voorstellingen. In een oude half open legertent zaten zo’n vijftig mensen zitten ademloos te luisteren naar Ibo, een troubadour uit Noord-Holland. Hij werd begeleid door een strijkkwartet van muzikanten die normaal gesproken bij het Concertgebouworkest spelen en Caro Emerald begeleiden. De liedjes van Ibo zijn lief en leuk om naar te luisteren. Samen met de strijkers ontstond op die manier een prachtige sfeer. Aan het einde van de dag bleek het één van de hoogtepunten te zijn geweest. Een voorstelling van De Dames (twee studentes van de Theaterhogeschool Amsterdam) was schandelijk slecht. De bijdrage van de boer op wiens terrein de voorstelling werd gehouden was nog het leukste. Heel wat anders dan de voorstelling Welkom op je Bruiloft van De Luie Honden op een groot grasveld achter een huis in Hongerige Wolf. Een onderhoudende interactieve voorstelling die aantoonde dat de concurrentiestrijd bij het vinden van een huwelijkspartner het slechtste in vrouwen naar boven brengt. Ik ben zeer gecharmeerd van dit festival. Jammer dat het zulk koud en donker weer was en dat er niet meer mensen de moeite hadden genomen om te komen kijken en luisteren. Ik werd via sociale media geattendeerd op dit festival. De media-aandacht die het festival op de valreep nog kreeg bij NOS en Nieuwsuur hebben geen massa’s mensen doen besluiten om de plannen voor het weekend om te gooien en naar Hongerige Wolf te komen. Misschien volgend jaar. Jammer voor wie dit jaar niet kwam, want weinig is mooier dan de eerste editie van een festival waar nog geen sprake is van een artiesteningang of van beveiligers die je rugzak controleren om te kijken of je geen flesje water van huis hebt meegenomen….

Vorige bijdrage

Vrouwen krijgen een eigen skybox bij FC Twente

Volgende bijdrage

Munsterman was zo enthousiast voor de wedstrijd

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *