Twentevisie Jaargang 13, 2001

Tubantia-directeur Gerard Driehuis “Nieuws wordt voor de krant minder belangrijk”

De bloemkolen van Ruud Hendriks gelden ook voor Gerard Driehuis

Tubantia: de money maker van Wegener

Hij werd gehaald om het fusieproces tussen de Twentsche Courant en Tubantia te regelen. Ze zochten en kregen een buitenstaander die al een fusieproces (in dit geval met de Haagse Post en De Tijd) had meegemaakt; een goede journalist, dat bewees hij in zijn tijd als parlementair verslaggever en het moest een gifkikkertje zijn die de geroutineerde, veelal wat conservatieve redactieleden durfde te overstemmen. Drs. G.T.M. Driehuis zei al bij zijn aantreden vijf jaar geleden dat hij binnen vijf tot zeven jaar weer zou vertrekken. Hij heeft woord gehouden. Op meer terreinen. De krant is een ochtendblad geworden, is sterk veranderd en wordt weer in de dertien steden gemaakt waar de krant met eigen edities verschijnt. Hij werd geplost door het Algemeen Dagblad, lonkte naar de Gelderlander, maar verkoos te blijven in zijn inmiddels geliefde Twente. Hij is vanaf 1 januari directeur bij ‘zijn’ krant. En hij gaat weer mooie stukken schrijven. Voor, jawel, HP De Tijd. En misschien dat zijn opvolger hem vraagt terug te keren in de krant. Als columnist.

“Je slijt snel als hoofdredacteur. Na een paar jaar moet je wegwezen.” Driehuis kwam, zag en overwon. En stapte op omdat hij ‘uitgewerkt’ was bij de krant. Bij zichzelf en bij de redactie. Zoals hij voorspeld had. Hij kon naar een andere krant, maar hij heeft geen zin in meer van hetzelfde (zoals bij De Gelderlander). Hij kon naar het Algemeen Dagblad. Maar ook daar zei hij nee tegen. “De marktpositie van de het AD is onhoudbaar, de krant moet terug naar Rotterdam, maar daar is de redactie veel te arrogant om terug te keren naar de regio. Zij willen een landelijke krant maken.” En daarmee zegt hij meer dan hij feitelijk bedoelt. In Twente zijn de mensen ingetogener, hiërarchischer. Soms vervelend, soms voor directeuren verdomd handig.

Lou Grant

Gerard Driehuis (46) stamt uit een gezin waar ondernemen een vies woord was. Daarom vertelt hij met enig plezier de anekdote dat hij (samen met zijn broer Kees, nu werkzaam bij NOVA) in de jaren zestig kaartjes opkocht en weer doorverkocht voor de beslissingswedstrijd Feyenoord- Benfica in Parijs. Maar daarmee houdt zijn ervaring als ondernemer wel op. Wordt Driehuis dan wel een goede directeur van zo’n betrekkelijk groot bedrijf? “Er bestaat een soort romantisch beeld van een hoofdredacteur die als Lou Grant op een achterafkamertje zit te typen. Dat klopt niet. We hebben 180 mensen aan het werk, we maken een krant met dertien edities, ik was meer bezig met personeelszaken en ICT-kwesties dan dat ik me met de dagelijks inhoud bemoeide. Als directeur ga ik werken aan de economisch rentabiliteit van de krant in een tijd dat traditionele media zoals de krant, radio en televisie door de opkomst van nieuwe media worden bedreigd. Ik vind het leuk om in deze tijd daarin een rol te spelen, ik wil namelijk dat de krant blijft bestaan. De krant moet een prominente rol spelen in de binding van een regio.”

Beschimpt

Wat ze ook over Gerard Driehuis zeggen of schrijven: het Amsterdammertje is een professional. Hij is beschimpt door andere regionale media en de schrijver van dit artikel in het bijzonder. “Ach, ik heb er zelf niet zo’n moeite mee, in Amsterdam werd ook stevig gescholden, maar ik moet wel voor mijn eigen mensen blijven staan.” Hij werkte ongedwongen mee aan een interview bij Radio Oost en aan dit verhaal. “Als journalist ben ik voorstander van een pluriforme pers. Maar dat is economisch niet haalbaar. Het programma Memphis van Radio Oost en Twentevisie spelen een belangrijke rol in de economische Twentse wereld. Ik vind dat ik als directeur van een groot bedrijf dat bedrijf tekort doe als ik die publiciteit afwijs.” Wel wees hij eerder een verzoek om een interview in De Roskam af. De redacteur van die krant kwam vervolgens naar de radio-opname en pende het interview bijkans letterlijk op.

De meningen zijn verdeeld, maar Driehuis vindt zelf dat hij de beste regionale krant van Nederland achterlaat: “We moeten het verleden niet romantiseren. De beide regionale kranten in Twente waren zes jaar geleden gewoon slechter dan nu. We hebben nu een goede nieuwsvoorziening. Ik kom wel eens in het archief en dan zie ik die kranten dus ik weet waar ik over praat.”

De tijden zijn voorbij om de nieuwshonger van de lezers te stillen. Andere media zijn sneller, daarom zoeken we naar verbreding, dat doen alle kranten.

400 gulden

De krant is oppervlakkiger geworden, met dagelijks een katern dat inhoudelijk varieert van sport (op maandag) tot consumentenrubrieken over werken en tuinieren. “Of een krant goed is, wordt niet bepaald door journalisten of door marketingbureaus, maar door de lezers. Ik weet dat jij onze krant niets vindt, maar ik luister vooral naar de lezers. Er zijn twee methoden om hun mening te peilen. De eerste is marktonderzoek, aan de mensen vragen wat ze ervan vinden, maar veel belangrijker vind ik of de mensen jaarlijks vierhonderd gulden voor de krant willen betalen? Aan de hand van deze criteria constateer ik dat we de fusie goed hebben gedaan. Toen was er nauwelijks abonneeverlies. De ander klus waar ik voor ingehuurd was, de gang naar de ochtend, hebben we fout aangepakt. De mensen waren niet boos dat ze krant in de ochtend in de bus kregen, maar over de inhoudelijke veranderingen die we tegelijkertijd hadden doorgevoerd. Met duizenden liepen ze weg. We hadden die veranderingen, zoals de sportbijlage op weekendformaat, wel degelijk moeten doorvoeren, maar op een ander moment. Inmiddels is het abonneebestand terug op het oude niveau.”
‘Ik ben niet zo arrogant om te denken dat ik het beter weet dan de lezer zelf’

Bloemkolen

De vroegere programmadirecteur Ruud Hendriks zei ooit (naar aanleiding van kritiek op de kwaliteit van de programma’s op RTL 4) dat de mensen bloemkolen krijgen als ze bloemkolen willen. “Ik heb dezelfde visie, ik neem de lezers van de krant serieus. Ik ben niet zo arrogant om te denken dat ik het beter weet dan de lezer zelf.” De mensen willen sex, dat bewijzen de softpornoprogramma’s elke avond op vier kanalen. Dus in navolging van Engeland zogeheten ‘page 3 girls’? “Nee, er is een grens.”

Bij HP De Tijd moest hij bij tijd en wijle de deurwaarders uitleggen dat er geen geld was, maar dat zij toch niet de ondergang van die opiniebladen op hun geweten wilden hebben. Driehuis staat aan het hoofd van de moneymaker van Wegener. Er wordt goud verdiend aan Tubantia in de huidige vorm. Ook omdat de uitgeverij er niet voor terugdeinst het advertentiebedrijf aparte bijlagen (zoals Ondernemen 2000) te laten maken: “Wordt wakker, u komt toch niet van de maan. Dat is overal zo. De Herald Tribune, u kent de krant? Plaatst gewoon twee keer per week een grote advertorial. Ik ben er trots op dat we er gewoon bijschrijven in het colofon dat ons advertentiebedrijf de bijlage heeft gemaakt. Het lijkt me eerlijker dan RTV Oost die stiekem programma’s laat sponsoren,” sneert hij.

Niet mijn krant

Op de vraag of hij met plezier zijn eigen krant leest, blijft het een paar seconden stil: “Dat is niet de goede vraag: we maken die krant voor mensen die hier wonen, in deze regio. Ik woon hier pas een paar jaar, ik word nooit meer een tukker en ik weet dus minder wat de mensen hier willen dan anderen mensen. Journalisten maken programma’s en kranten en tijdschriften voor zichzelf. Dat is raar, je moet je afvragen: voor wie praat ik en schrijf ik en wat willen die mensen? Mijn krant is eerder de Volkskrant dan Tubantia, maar wat doet dat er toe? Ik maak geen krant voor Amsterdamse intellectuelen, maar voor mensen in Twente. We hebben de hoogste dekkingsgraad van alle regionale kranten in het land. Die mensen zijn toch niet gek,” vraagt hij retorisch.

Uit economisch oogpunt gezien heeft Driehuis prima werk afgeleverd, uit journalistiek oogpunt ligt dat genuanceerder. Ook binnen zijn eigen krant. “Als ik democratisch zou worden gekozen, zou ik niet worden herkozen, maar dat interesseert me niet zoveel. Deze krant kan de tand des tijds doorstaan, en daarom is het goed dat er nieuwe hoofdredacteur komt. Een directeur mag zich niet bemoeien met de krant en ik al helemaal niet. Ik ben daar humorloos in.” De journalist Driehuis is toch niet helemaal verdwenen. “Als de nieuwe hoofdredacteur mij vraagt, ga ik schrijven voor de krant. En HP De Tijd heeft me gevraagd; ik doe het niet voor het geld, maar ik doe het omdat ik mooie verhalen wil schrijven.”

Vorige bijdrage

Nieuw: beursanalyse en commentaar OBX: oostelijke beursfondsen in beeld

Volgende bijdrage

Twentevisie wordt hoofdsponsor: Biljartclub Hengelo gered van ondergang

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *